It(em) jorijs de hont wissele(r) heeft gekind en(de) gelijdt dat h(er) jacop/ bau ridde(r) onder hem gesedt heeft neghenhondert crone(n) tstuc/ te vie(re)ntwintich stuv(er)s voer dafquiti(n)ge van alsulke(n) vijftich c(ro)ne(n)/ als wile(n) her arnd van ordinge(n) ridde(r) cochte op tdorp en(de) de goede/ van goetsenhove(n) Desgelix vive(n)twintich gelike c(ro)nen voer/ een halve jairrinte die valle(n) sal den xix[te(n)] dach decembr(is)/ naistcomen(de) nae inhoud der brieve d(air)af zijnde en(de) dat tot behoef/ he(re)n henrix van witha(m) he(re) tot bout(er)shem ridd(er)s oft ande(re)n erfgename(n)/ des vors(creven) wile(n) he(re)n arnts rechts totter selver rinte(n) hebben(de) om de selve/ pe(n)ninge vand(en) afquite(n) mett(er) halver rinte(n) in gulden(en) gelde te betale(n)/ en(de) oft trecht wijsde dat de vors(creven) crone(n) tot hoge(re)n prise soude(n) moete(n)/ betaelt wordde(n) d(air) af her jacop meynt de (contra)rie heeft de vors(creven) jorijs dat/ oic v(er)antweerdt te voldoen Desgelix heeft hij gekint te voldoen/ des trecht wijsen sal dat de vijftich c(ro)nen van eene(n) jaire lest/ warf betaelt vande(n) jair rinte(n) tstuc te xxiiii st(uvers) hog(er) gesedt soude(n)/ wordde(n) Ende dat al soe wa(n)neer de voirs(creven) van bout(er)shem de/ p(ri)ncipale brieve overgelevert sal hebben en(de) and(er)s alsulken/ behoifte vande(n) afquite(n) gedaen als h(er) jacoppe va(n) rechts wegen/ behoeve(n) sal cor(am) absoloens blanckert scabinis absoloens vors(creven)/ en(de) woute(re)n van he(n)nensdale ma(n)nen van leene tshoofs va(n) hev(er)le/ d(air) af de vors(creven) goede gehoude(n) wordde(n) decembr(is) xv