SAL7368, Akte: V°351.2-R°352.1 (721 van 735)
Akte V°351.2-R°352.1
Act
Datum: 1475-06-21
Transcriptie
2022-07-12 door helga peetersVander questien die voer den raide vand(er) stat comen es tusschen/
bartelmeeuse henricsone van tricht aenlegg(er) in deen zijde/
en(de) janne van boxlair bontwercke(r) in dande(re) alse van tweelf/
pond gr(ote) vleem(sch) die de vors(creven) bartelmeeus tande(re)n tiden den/
vors(creven) janne uutgereyct heeft en(de) gege(ve)n in mynd(er)niss(en) ende/
afslaghe van sulker schout als de selve meeus janne vand(en)
//
houte coepman van mets sculdich was des de vors(creven) jan den vors(creven)/ meeuse zijn cedulle wed(er)o(m)me hadde gegeven die den selve(n) meeuse/ weder te geven ofts jan vanden houte en(de) jan van boxlair niet/ eens en wa(r)en inde berghen merct doen toecomen(de) en(de) nu ov(er)leden/ Ende want zijs niet eens en wa(r)en versocht de selve meeus/ zijn gelt te hebben Dair tegen de selve jan hem opponeerde/ meynen(de) dat hij de selve geeyschte so(m)me behouden soude want/ hem die bijden vors(creven) janne vand(en) houte ende sijne(n) cedullen/ wa(r)en geassigneert ende oic mede al des deselve meeus den/ selven vand(en) houte meer dan de vors(creven) xii l(i)b(ra) vleem(s) sculdich/ was ende dat meer wa(r)e hadde hij p(ro)curacie vand(en) selven/ vand(en) houte tot al den vors(creven) sculde(n) den selve(n) vand(en) houte/ aenden vors(creven) meeuse uutstaen(de) soe wairt get(er)mineert bijde(n)/ raide vand(er) stat p(ar)tien int langhe en(de) de cedulle(n) en(de) p(ro)curacie(n)/ in allen sijden gehoort dat de vors(creven) van boxlair den voirscr(even)/ meeuse de vors(creven) xii l(i)b(ra) gr(ote) vleem(sch) soude oplegge(n) en(de) restitue(re)n/ op goede caucie die hij den selve(n) van boxlair sette(n) zoude/ metten wissele(re) oft anders de vors(creven) zo(m)me onder te houde(n)/ totten rechte en(de) dair af niet te scheide(n) sonder dat de voirscr(even)/ van boxlair dair op sijn recht soude moigen vorde(re)n in ple(n)o/(con)silio junii xxi
//
houte coepman van mets sculdich was des de vors(creven) jan den vors(creven)/ meeuse zijn cedulle wed(er)o(m)me hadde gegeven die den selve(n) meeuse/ weder te geven ofts jan vanden houte en(de) jan van boxlair niet/ eens en wa(r)en inde berghen merct doen toecomen(de) en(de) nu ov(er)leden/ Ende want zijs niet eens en wa(r)en versocht de selve meeus/ zijn gelt te hebben Dair tegen de selve jan hem opponeerde/ meynen(de) dat hij de selve geeyschte so(m)me behouden soude want/ hem die bijden vors(creven) janne vand(en) houte ende sijne(n) cedullen/ wa(r)en geassigneert ende oic mede al des deselve meeus den/ selven vand(en) houte meer dan de vors(creven) xii l(i)b(ra) vleem(s) sculdich/ was ende dat meer wa(r)e hadde hij p(ro)curacie vand(en) selven/ vand(en) houte tot al den vors(creven) sculde(n) den selve(n) vand(en) houte/ aenden vors(creven) meeuse uutstaen(de) soe wairt get(er)mineert bijde(n)/ raide vand(er) stat p(ar)tien int langhe en(de) de cedulle(n) en(de) p(ro)curacie(n)/ in allen sijden gehoort dat de vors(creven) van boxlair den voirscr(even)/ meeuse de vors(creven) xii l(i)b(ra) gr(ote) vleem(sch) soude oplegge(n) en(de) restitue(re)n/ op goede caucie die hij den selve(n) van boxlair sette(n) zoude/ metten wissele(re) oft anders de vors(creven) zo(m)me onder te houde(n)/ totten rechte en(de) dair af niet te scheide(n) sonder dat de voirscr(even)/ van boxlair dair op sijn recht soude moigen vorde(re)n in ple(n)o/(con)silio junii xxi
Nagekeken door: Jos Jonckheer
Moderator: Jos Jonckheer
Laatste update:: 2016-11-01 door Jos Jonckheer