Item henrick van landen sone wijle(n) pet(er)s/ machiel depape en(de) henrick corduwaens/ weert int gulden vlies alle wonen(de) by(n)ne(n)
//
des(er) stadt van loven(e) in p(rese)ncia hebben/ geloeft adriaen(e) wilthagen clasen de bock/ ende willem(me) bet(er)mans gesworen(en) vand(en)/ scrij(n)makers cuypers en(de) drayers ambachten de/ so(m)me van zesse goud(en) rijders te xxv stuv(er)s/ stuck te betalen(e) de twee goud(en) rijd(er)s s(in)[t]/ janss(miss)[e] bap(tis)[ten] een(en)vijftich noch twee rijd(er)s/ s(in)[t] janss(miss)[e] bap(tis)[ten] een(en)vijftich en(de) de reste s(in)[t]/ janss(miss)[e] a(n)no xv c twee en(de) vijftich al naist(comende)/ quolib(et) ass(ecu)[tu(m)] ende dit ter causen van(den) a(m)bachts/ gelde des voirs(creven) henricx van landen Met cond(ici)[en]/ in dien dat clockslach gebuerde dat dan al/ gevallen sal zij(n) geloven(de) voirts de voirs(creven)/ henrick van landen de kersse navolgen(de) des/ voirs(creven) ambachts rolle en(de) onder observan(tie) te/ dragen(e) Et p(ri)mus cor(am) rombouts moer/ junii xxvi