Item Cond zij allen lieden dat henrick hochs wonende teyndbroeck inde/ p(ro)chie van bout(er)shem heeft ov(er)genome(n) en(de) bekend dat hij ov(er)genome(n)/ heeft van woute(re)n vyncke wonen(de) te weterbeke thof en(de) de goede te/ weterbeke nu toebehoiren(de) jonck(er) henricke van scoenhoeven of zijne(n)/ kinde(re)n de welke de voirs(creven) wouter in pechtingen houdende was en(de)/ genome(n) hadde tegen de weduwe dicbiers zweger svoirs(creven) jonck(er) henricks/ of hoe(re)n rentmeest(er) d(aer) af den t(er)mijn noch duert acht jaer langh gelijc/ scepen(en) brieven van loeven(en) d(aer) op gemaect dat voird(er) uutwisen Te houden/ te hebben ende te wynnen den voirs(creven) t(er)mijn uut op alsulke vorwerden con/ dicien en(de) lasten als d(aer) op de voirs(creven) wout(er) die genome(n) heeft en(de) de voirs(creven)/ brieve begrijpen vanden welken de voirs(creven) henrick heeft geloeft den voirs(creven)/ woute(re)n en(de) zijnen borgen die hij wout(er) d(aer) voe(r) gesett heeft schadeloes/ te houden en(de) tontheffen met vorwerden dat de voirs(creven) henrick ten/ afscheiden vand(en) t(er)mijne voirs(creven) sal laten de voirs(creven) beemde en(de) lande alse/ van beheymen(e) bevreden(e) en(de) ryolene gelijc de voirs(creven) wout(er) hem die nu/ leve(re)n sal en(de) d(aer)mede gestaen al waert datme(n) die na de voir brieve/ and(er)s sculdich wae(re) te laten beheymt bevreedt of geryoelt hier inne/ oec gecleert dat henrick [voirs(creven)] de voirs(creven) beemde en(de) weyde ten lesten jare/ vand(en) voirs(creven) t(er)mijne niet voird(er) noch lang(er) etten en sal dan na uutwisen/ d(er) scepen(en) brieve voirs(creven) niet wederstaende hoe zij nu geett sijn En(de) hier/ voe(r) sijn borgen svoirs(creven) henrix als principael sculde(re)n en(de) ongesundert/ francke hochs zijn brueder en(de) vranck mychiels oem d(er) selver gebruede(re)n/ p(ri)[(us)] vync meersberge maii xiii/