Item van alsulken stoote en(de) geschille als uutstont tuschen henricken/van bergen natuerlic in deen zijde en(de) jan vand(er) leck zijn/behuwde zoon t(er) ande(re) Alse van alrehanden gebreke die zij/deen den ande(re)n eysschende zijn moegen of mochten tot dese(n)/dage toe So hebben zij hen gekeerd in zegge(re)n te weten henr(ic)/in huygen van udekem en(de) jan in henricken merx in alsulk(er)/vuegen dat elc p(ar)tie zijn gebreck ov(er)geven sal den segge(re)/zijnre wed(er)p(ar)tien tuschen dit en(de) van en donredaghe/naestcomen(de) in xiiii nachten voe(r) d(er) noenen en(de) ten selve(r)/dage sal elc zijn getuygen en(de) and(er) bescheit dair hij hem/mede behulpen wilt alhier by de segge(re)n doen comen/en(de) blijcken die dat dan aenhoe(re)n zelen en(de) hoe(re) uutsprake/dan d(aer)af doen bynnen den selven donredage op dat zijs/eens zijn en(de) oft zijs niet eens en zijn zo selen zij de sake/dragen en(de) ov(er)geven den scepen(en) van loeven des ander/daighs d(aer)na om een vo(n)nis van rechte te hebben etc(etera) /geloven(de) etc(etera) lynt(re) meersb(er)ge oct(obris) iiii