It(em) Also als and(er)wile een zeke(re) uutsprake geschiet es by goeden ma(n)nen/en(de) mynliken yffene(re)n tuschen wille(m)me vanden rode [zoen wilen coels] in deen zijde/en(de) janne heylwigen zijnen zwag(er) met zeke(re)n ande(re)n desselfs jans/medep(ar)tien t(er) ande(re) begripende de voirs(creven) uutsprake ond(er) den ande(re)n dat/de voirs(creven) willem elcken van zijnen medep(ar)tien voirger(uert) gheven/zoude een mudde rogs lijftochten gelijc de scepen(en) brieve va(n) loeve(n)/vand(er) selv(er) uutspraken gemaict decembr(is) xxviii lestleden dat voird(er)/inhouden moeghen En(de) dien navolgende wed(er) zeke(re)n stoot/gerezen es tuschen den voirs(creven) wille(m)me en(de) ja(n)ne heylwigen/zijnen zwag(er) uut saken vanden voirs(creven) mudde corens lijftochten/dat de selve jan yesch vanden voirs(creven) wille(m)me te hebben dair/inne de voirs(creven) willem meynde niet gehouden te wezen mids zeke(re)n/reden(en) die hij d(aer)toe allegeerde So zijn de selve p(ar)tien comen/voe(r) vrancken van dyeven als burg(er)meest(er) van loeven(en) bekennen(de)/dat zij vanden voirs(creven) stoote by middele van vrienden v(er)eenicht/wae(re)n in des(er) vueghen Te weten dat de voirs(creven) willem vand(en)/voirs(creven) mudde corens lijftochten ongehouden zijn sal mair sal/de voirs(creven) jan d(aer)af te vreden bliven metten mudde corens dat hij/van voe(r) ewech heeft vanden voirs(creven) zijnen zweer by alsoe dat/hij willem gheven sal g(er)truden en(de) heilwigen dochte(re)n des/voirs(creven) jans die hij heeft van wilen katlinen zijnen wive zust(er)/des voirs(creven) willems een mudde rogs lijftochten tot hoe(re)r beid(er)/live en(de) ten live des lanxsten leven(de) van hen beiden alle jare/ts(in)t andriesmesse vallende behoudelijc dat de betalinghe/d(aer)af yerst ingaen sal ten naesten s(in)t andriesmesse dat zijn
//
sal na de doot des voirs(creven) willems en(de) zijns wijfs en(de) dat de selve/gehuisschen en(de) hoe(re) nacomelinghe die lijftocht zelen moeghen/quiten alst hen gelieft met xii gulden ryd(er)s d(er) mu(n)ten etc(etera)/en(de) met eenen jaerpachte van welker lijftochten de voirs(creven)/willem gehouden sal zijn t(er)stont den voirs(creven) gesuste(re)n sonder/hoe(re)n cost behoirlike vestich(eit) te doen op zeke(re) ond(er)pande dair/voe(r) goet genoech zijnde en(de) tot dien sal hij der voirs(creven) g(er)truyde(n)/die zijn pete es gheven nu gereet om hoe(r) te cleeden iii/licht gulden(en) te x stuv(er)s den gulden(en) En(de) dat zij willem/en(de) jan voirscr(even) mids des(e) quijt [sijn] zelen van all des zij malcande(re)n/eyschen(de) mochten zijn tot des(e) daghe toe behoudelic d(er)/voirs(creven) yerst(er) uutspraken in hoe(re)r macht en(de) weerden uut/gescheiden vanden mudde rogs lijftochten voirscr(even) Geloven(de)/de voirs(creven) p(ar)tien des voirs(creven) steet volcomelic tond(er)houden ende/malcande(re)n d(aer)af te voldoen alse vervolghde schout Act(um)/voe(r) den burg(er)meest(er) voirscr(even) fe(bruari) ulti(m)a