Item jan de custe(re) van cortelke en(de) katline buelens die tsamen hebben eenen / natuerliken sone geheten he(n)neken en(de) eene natuerlike dochter geheten grietken / hebben malcande(re)n geloeft ende toegeseeght en(de) zijn ov(er)comen dat de vors(creven) / jan ter stont aenverden sal en(de) voirtaen houden tsijnre last der vors(creven) grietkene / zonder last oft cost der voirs(creven) katlinen ende de vors(creven) katline ter stont aenveerde(n) / sal ende voertaen houden op hoe(re)n last den vors(creven) he(n)neke zonder last oft / cost svoirs(creven) jans Voert heeft geloeft de vors(creven) jan der vors(creven) katlinen als / voe(r) dontsetten van hue(re)n maeghdo(m)me vijfthien rijders der mu(n)ten (et)c(etera) / te xxv stuv(er)s tstuck te betalen thien rijders dairaf tons(er) vrouwen / daghe visitacio naestcomende en(de) dander vijf rijd(er)s te kermisse dair na / ende mids desen heeft de selve katline den voirs(creven) janne van hue(re)n maeghdo(m)me / en(de) van alls des zij te hemw(er)t tot des(er) dage toe tseggen mocht hebben volco/ melic quijtgescouden Ende voe(r) de vors(creven) xv rijders ende voe(r) thouden / vanden vors(creven) grietkene zonder last der vors(creven) katlinen es borghe mathijs de / custe(re) brueder svoirs(creven) jans de custe(re) den welken de voirs(creven) jan dairaf geloeft / heeft scadeloes tontheffen Ende voe(r) thouden svors(creven) he(n)nekens sonder / last svors(creven) h jans zijns vaders zijn borgen jaspar lambrechts en(de) jan / de smet beide van cortelke de welke de voirs(creven) katline dairaf geloeft/ heeft scadeloes tontheffen Voerts zo heeft de voirs(creven) katline geconsenteert / en(de) ov(er)gegeven den voirs(creven) jasp(ar) ende janne de smet de voirs(creven) pe(n)ninge te / trecken als die vallen om dair mede te coopen lijfrinten ten live der / selv(er) katlinen ende hoirs soens Welke renten de voirs(creven) moeder hebben en(de) / heffen sal so lange als zij den vors(creven) hue(re)n sone houdt tot hoe(re)n laste / en(de) oft zij aflivich werdde oft hoe(re)n vors(creven) sone tot hoe(re)n laste niet en / hielde zo selen de vors(creven) hue(re) borgen die renten selve heffen tot behoeff / vanden kynde ende om tselve d(air) mede te houden zonder argelist cor(am) beert / coelen maii xxviii/