Willem van duysborch ende katline sijn w vanden speelhove sijn wijf docht(er)/ jans vanden speelhove sijn come(n) in jeg(enwoirdicheit) der scepen(en) van loven(e) en(de) hebben/ geloeft ende gheconsenteert janne vanden speelhove voirs(creven) vader der voirs(creven)/ katline(n) dat de selve jan also lange als hi leven sal houde(n) hebbe(n) en(de)/ besitten sal [al] alsulken omberuerlike goede leen en(de) erve als hier na bescreve(n)/ staen sond(er) den voirs(creven) willem(me) katline(n) sine(n) wive of hoe(re)n naecomelinge(n) e(n)nich/ recht of aensprake dleve(n) lang svoirs(creven) jans daer aen te hebbe(n) te eyssche(n)/ of te vorde(re)n in e(n)nig(er) manie(re)n Te wete(n) een stucke beempts gelegen/ te werchte(r) Item een stucke beempts gelegen te wackersele en(de) iii rijnsch/ gul(den) en(de) iii quartier van ene(n) rijnschen gul(den) jairliker rente(n) op ene(n) beemt/ gelege(n) te werchte(r) int werchter broec die henric vand(er) heyde(n) te houde(n)/ plach gelijc de voirs(creven) jan vanden speelhove die houden(de) es en(de) mense houdt/ te leene vanden he(re) van rotselair en(de) gelijc gord kannarts ouder vader der/ voirs(creven) katlinen die voirtijts te houden plach Item noch een huys en(de) hof/ mette(n) wijng(ar)de en(de) allen sine(n) toebehoerte(n) gelijc alst gelege(n) is inde/ biestrate tusschen de goede henric roekeloes en(de) lodewijx van oppendorp/ stretken achterw(er)t tot inde verkensdonck Item noch ene(n) wijng(ar)t gelegen/ inde bontstrate tusschen de goede jans sbrieders en(de) de goede die wilen wae(re)n/ henrix van lynte(r) barbiers nu toebehoe(re)nde den voirs(creven) janne vande(n) speelhove/ Ende hebbe(n) geloeft de voirs(creven) willem ende sijn wijf dat sij de voirs(creven) goede alsoe/ lange als de voirs(creven) jan vande(n) speelhove leve(n) sal ne(m)m(er)meer aenspreke(n) en sele(n)/ doen noch laten aenspreken bij hen selve(n) noch bij nyemande and(er)s in/ ghene(n) rechte gheestelijc noch we(re)ntlijc in gheenre manie(re)n Voert hebbe(n)/ geloeft de voirs(creven) willem en(de) sijn wijf den voirs(creven) janne vande(n) speelhove/ tot sijnre manissen vande(n) voirs(creven) stucken altijt genoech te doen voer/ he(re) en(de) hof daerme(n) de voirs(creven) goede af houdende is op jans cost also/ dat den selve(n) janne sijn leefdage lang vast en(de) zeker sijn sal Behoudeliken/ den voirs(creven) willem(me) xxviii mottoene jaerliker rente(n) die hi op de voirs(creven) goede jans leefdage/ lanc va(n) sijnre huweliker vurw(er)den wege(n) sculdich es te heffen bone vynck julii xi