Item want stoet en(de) tebat opverstaen tusschen katlijnen die wijf was jans wilen tymmerma(n)/ in deen sijde en(de) lijsbetten die wijf was [willems] wilen tymmermans vader des voirs(creven) jans in dande(re)/ alse van haven en(de) van scoude die de voirs(creven) kath(l)ine der voirs(creven) lijsbetten eysschende es Soe/ sijn beyde de voirs(creven) p(ar)tien comen voir scepen(en) van loeven(e) en(de) hebben hen vanden voirg(eruerde) stoete/ en(de) van al des sij deen totten anderen te seggen hebben gekeert in seggeren en(de) vrientlijc/ yffeneren te weten de voirs(creven) katlijne in will(em)me gaus en(de) henricke de g vroede en(de) de/ voirs(creven) lijsbet in henrijcke vander calste(re)n en(de) goerde [van] cauwelille in alsulker voeghen dat/ de voirs(creven) seggeren sonder vertreck beyder p(ar)tien bescheit aenhoren sullen en(de) hoer seggen dair/ af seggen bynnen iii daigen naistcomende En(de) hebben geloeft vast en(de) gest(edich) te houde(n) (et)c(etera)/ hugarde(n) voshem decembris prima