SAL7326, Akte: V°313.1 (194 van 264)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°313.1  
Act
Datum: 1432-04-07

Transcriptie

2022-07-14 door eugenia knops
Cond zij allen lieden dat h(er) symoen pynnoc ridder es come(n) in jeg(enwoirdicheit) d(er) scepen(en) van loven(e)/
en(de) heeft gegheve(n) en(de) bekent dat hij genomen heeft van gegeve(n) heeft arnde lyen/
lyedens van winxele de water moelen des selfs h(e)r(e)n symoens gelege(n) te heendershe(m)/
inde p(ro)chie van berchsem met den dyken vande(n) wuwer en(de) met den beemde voir/
de moelen gelege(n) [en(de) met ene(n) cleyne(n) stuxken beemts boven de wuwer gelegen] den welken de molders met d(er) voirs(creven) moelen plege(n) te hebben te/
houden [en(de)] te hebben van sent jans misse bap(tis)[te(n)] naistcomen(de) ene(n) t(er)mijn van neghen/
ja(r)en langc deen nae dand(er) sond(er) middel volge(n)de Elx jairs dae(re)n bynne(n) om seve(n)thien/
en(de) een half mudde rogs goet en(de) payabel d(er) mate(n) van loven(e) te betalen te weten/
vi mudde rogs d(aer) af te ald(er)heylige(n) misse vi mudde d(aer) af te kersmisse en(de) v(½) mud(de)/
rogs d(aer) af te sent jans misse bap(tis)[ten] en(de) te loven(e) te leve(re)n alle jaire den voirg(eruerden)/
t(er)mijn due(re)nde en(de) telke(n) t(er)mine als ass(ecutu)[m] It(em) es voirw(er)de dat de voirs(creven) molde(r) hebb(en)/
sal den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde den wuwer voir de moelen alle jair om xxv karpers/
tsjaers alsulker als deen coema(n) den ande(re)n pleeght te leve(re)n of alsulke(n) carp(ers)/
als de selve molde(r) op den voirs(creven) wuwer vueden sal [en(de) desgelijx alle ja(r)e om acht (....)] op also dat de voirs(creven) molde(r)/
jairlix alst behoirt den selve(n) wuwer spise(n) sal met goede(n) custbe(re)n antenoeysen It(em) [in (alle)]/
[jair inde vasten te betalen It(em)] es oec noch vorw(er)de dat de voirs(creven) molde(r) tallen merte alle jair inde m(er)te de/
voirs(creven) wuw(er) spizen sal met snoexkens [elken] alsoe groete alse ene(n) harinxk d(aer) af dat/
de voirs(creven) h(er) symoen alle jair den voirg(eruerden) t(er)mijn due(re)nde hebben sal inde(n) m(er)te/
acht snoeke vande(n) besten It(em) sal de voirs(creven) molde(r) ten af uutgaen vande(n) voirs(creven)/
t(er)mine den voirs(creven) wouwer gespijst late(n) ten tijde alst beho(r)en sal spizen met/
lxxii antenoysen comans goet en(de) met xii cleyne(n) snoeken It(em) sal de voirs(creven) mold(er)/
de voirs(creven) molen houden van ca(m)men en(de) van spillen sond(er) h(e)r(e)n symoens cost den/
voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde It(em) es vorw(er)de soe wa(n)neer aen de voirs(creven) moelen e(n)nich/
nuwe werck es te smeden dat sal h(er) symoen voirs(creven) doen smeden mer wat/
aen de voirs(creven) moelen brect van ande(re)n werke dat sal de voirs(creven) molde(r) doen/
smede(n) en(de) maken It(em) de voirs(creven) molde(r) sal die beke ald(aer) houde(n) en(de) grave(n) bove(n) en(de)/
benede(n) tot sijne(n) p(ro)fijt en(de) d(er) moelen p(ro)fijt sond(er) yema(n)de ombehoirlike scade te/
doen It(em) w(air)t also dat de voirs(creven) moelen meer dan drie daghe stille stonde soe/
salme(n) den m voirs(creven) molde(r) [h(er)] symoen den voirg(enoemden) molde(r) een weke afslaen na gela(n)de/
vande(n) pacht It(em) en mach de voirs(creven) molde(r) de voirs(creven) moelen nyema(n)de and(er)s voirt/
verhue(re)n It(em) sele(n) de voirs(creven) molde(r) en(de) sijn boden hebben den cost en(de) sijn peerde hoey/
als hij oft sijn boden [sij] den [voirs(creven)] pacht [van] te loven(e) b(ri)ngen selen It(em) sal de voirs(creven) molde(r) hebbe(n)/
alle ja(r)e den voirg(eruerden) t(er)mijn due(re)nde vive ellen wullens lakens alsulke(n)s de(n) als/
de voirs(creven) h(er) symoen sijne(n) wynne(n) gheve(n) sal tot hae(r) leverien It(em) mach de voirs(creven)/
molde(r) altoes ten drien ja(r)en sceiden op en(de) ontlast sijn vand(er) voirs(creven) moelen op/
also dat hij dat den voirs(creven) h(e)r(e)n symoen dat een half jair te vo(r)en sal late(n) wete(n) Ende/
alle dese voirs(creven) vorw(er)den gel(uften) (et)c(etera) hebben geloeft de voirs(creven) (et)c(etera) H(ier) af sijn borge(n) des voirs(creven)/
mold(er)s als p(ri)ncipael sculde(re)n ind(ivisim) gord lyedens sijn brued(er) en(de) merten lyedens so(en)/
des selfs molders Et p(ri)m(us) abs(oloens) hug(ar)d(en) ap(ri)l(is) vii
Nagekeken doorkristiaan magnus
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2014-05-13 door Jos Jonckheer