SAL7328, Akte: V°43.1 (44 van 338)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°43.1  
Act
Datum: 1433-07-27

Transcriptie

2012-03-12 door 
Ende es bleve(n) en(de) gevalle(n) den voirs(creven) lodewijc [van let den jonge(n)] voir dand(er) helcht vand(er)/
voirs(creven) goeden [in sijn deylinge] dand(er) helcht vanden voirs(creven) huyse [voir ter strate(n)] met d(er) geheeld(er) coken(en)/
d(aer) achter en(de) met ene(n) cleyne(n) aenhanxel te wete(n) [voir ter straten] vand(er) helcht/
vanden voirs(creven) middelsten balke ten goeden wairt des voirs(creven) mychiels/
te gade(r) met der voirs(creven) messien acht(er) tselvel huys gelege(n) met den/
voirs(creven) aenhanxel vand(er) voirs(creven) schue(re)n en(de) met den cleyne(n) stuxken vand(er)/
voirs(creven) messien gelege(n) [besiden] voirs(creven) tselve aenha(n)xel [tot neve(n) den voirs(creven) wech] en(de) oec met d(er) [ande(re)] helcht/
vande(n) voirs(creven) xxv roeden lands te wete(n) die gelege(n) es v tot sijns/
selfs goede(n) wairt gelikerwijs alst gedeelte des selfs lod(ewijc) vanden/
ande(re)n gedeelte des voirs(creven) abraens en(de) sijns wijfs met i [des] den voirs(creven)/
teeken en(de) palen versceiden en(de) gedeilt nev(en) [es op de helcht van ande(re) helcht van alle(n) den tsijse en(de) co(m)me(r) uut den selve(n) geheele(n) goede(n) gaende t(er)mi(ni)s de(bi)[to] p(er)sol(vendum)] de welke voirscr(even) p(ar)tien/
uut den voirs(creven) goeden gesplete(n) hebben [den voirs(creven)] ene(n) wech [doerganc oft] oft doerganc [beghinne(n)de int lange] vande(n)/
voirs(creven) ande(re)n pale [langs neve(n) de messie des voirs(creven) lod(ewijx) tot] neve(n) den oesydrup vand(er) voirs(creven) schue(re)n en(de) met te(n) [tusscen] tvoirs(creven)/
hoefke(n) achter de selve schue(re) [tot den voirs(creven) xxv roeden lands toe] in deen zijde en(de) jege(n) den selve(n) pael ov(er)/
neve(n) [tusscen] den oesydrup vande(n) huyse des voirs(creven) lod(ewijc) en(de) neve(n) [tusscen] dand(er) goede/
des selfs lod(ewijx) in dand(er) zijde welken wech en(de) doirganc den ge /
voirs(creven) tijden gemeyn sijn sal [en(de) een yegelic sij gaen en(de) verke(re)n ov(er) hebben] tot eeuwedige(n) dage(n) welke deylinge/
d aldus gesciet de voirs(creven) p(ar)tien geloeft hebben [malcande(re)n] vast en(de) gestedich/
te houde(n) en(de) te voldoen en(de) deen den ande(re)n d(aer) af altoes genoegh te/
doen en(de) een yegelijc sijn voirs(creven) gedeelte voirs(creven) voir de voirs(creven) saken bij/
oirlove she(re)n vande(n) gronde tond(er)pande settende also dat elke(n) van hen/
vast en(de) seker sijn moege(n) teeuwelike(n) dage(n) cor(am) eisde(m)/
Nagekeken door
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2012-03-12 door Inge Moris