Van gheerde van halen/ It(em) want gheerde van halen op hede(n) mett(er) stat brieve(n) dach/ betekent was jegen janne smussman die geleyt is na/ den rechte der stat van loven(en) tot der haven henrix/ smissman inde banc voe(r) meye(r) en(de) scep(enen) van loven(en)/ van zeke(re)n haefliken goede(n) die de voirs(creven) gheert/ gepant hadde voe(r) xi mottoen(en) die de voirs(creven) henr(ic)/ hem sxuldich is De welke hij weder ov(er) hadde/ moten gheve(n) en(de) de selve jan smisman selve
//
niet come(n) en is int recht soe is gewijst bijden scepen(en)/ van loven(en) t(er) manissen smeyers dat de voirscr(even)/ gheert van halen sijn voirs(creven) schout op de have/ des voirs(creven) henrix smissmans die hij gepant hadde/ voert vervolgen sal t(er) plaetsen daer hij die/ belast hadde cor(am) k(er)smak(ere) roelofs ca(pelle)[man] ov(er)wynge/ smet no(vembris) xxix