SAL7333, Akte: V°291.1 (278 van 381)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°291.1  
Act
Datum: 1439-02-09
TaalNederlands

Transcriptie

2012-03-13 door xavier delacourt
Het es vorwerde tusschen lodewike den rike rentmeest(er) /
van loven(en) in deen side en(de) janne vand(er) lynde(n) wonen(de) /
op dulake? in dande(re) [en(de) sijn aengaen] voir hen hoir erfgename(n) en(de) nacomeli(n)gen /
alse vande(n) goede hier nae bescreve(n) die de voirs(creven) /
jan jegen den voirs(creven) lodewike(n) ghecocht heeft en(de) die de /
voirs(creven) lodewijc gheloeft heeft te warande(re)n op een sist(er) rogs /
der maten van loven(en) erfpachts te weten van ene(n) halve(n) boend(er) /
lants ghelegen bij he(re)nt op tvelt gheheten op de heyde tusschen /
een half boend(er) lants gheerts wilen van meensele en(de) een /
dachmael lants der kinde(re)n van velpe It(em) van iii dach(mael) /
lants leens ghelegen te he(re)nt opde groetheyden tusschen /
de goede vrouwe g(er)truden weduwe h(ere)n jans wilen pijlisers /
ridders en(de) de goede wout(er)s houwers It(em) om (½) boend(er) lants /
ghelegen op tvelt gheheten de cleynheyde tussche(n) de goede /
gheerts van meensele en(de) de goede d(er) kinde(re)n van velpe It(em)/
van ene(n) dach(mael) lants ghelegen opt langrode velt tussche(n) de /
goede jans wilen sprenge(re) en(de) drag(er)st(ra)te waert alsoe dat men /
namaels bevonde dat uut den voirs(creven) goede meer com(m)ers /
ghingen dan tvoirs(creven) sist(er) rogs erfpachts en(de) dien den voirs(creven) ja(n)ne /
of sine(n) nacomelinge(n) aenghewonne(n) worde met den rechte /
dat de voirs(creven) lodewijc de rike hem dien co(m)mer restitue(re)n /
en(de) oprichten sal te weten wairt coren voir elc mudde core(n)s /
erflic d(er) maten van loven(en) xxiiii rid(er)s denr mu(n)ten h(er)toge /
philips van bourg(oig)[nen] en(de) van braba(n)t of de werde dair af /
wairt lijftocht xii rid(er)s voe(r) elc mudde wairt erftsijs voe(r) /
elken pe(n)ninck xxiiii d(enieren) gheliker mu(n)ten en(de) wairt /
lijftocht in ghelde voe(r) elken pe(n)ninc xii pe(n)ninge /
gheliker mu(n)ten en(de) dair mede ghestaen sond(er) vorder /
ghelast te worden met den wardeerscape dat de voirs(creven) /
rentmeeste(r) vande(n) voirs(creven) goede ghedaen mach hebben /
hug(ar)d(en) langr(ode) feb(ruarii) ix
Nagekeken doorInge Moris
ModeratorInge Moris

Schepenen

  • Jan van Hougarden
  • Dierick van Langrode
Laatste update:: 2012-03-13 door Inge Moris