SAL7337, Akte: V°378.1-R°379.1 (513 van 572)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°378.1-R°379.1  
Act
Datum: 1443-05-17

Transcriptie

2013-08-31 door Kristiaan Magnus
Cond zij allen lieden dat roelen de vos van berthem es comen/
in yegewordicheiden der scepen(en) van loven(en) en(de) heeft genome(n) ende/
bekent dat hij genomen heeft van lodewijcke van oppendorp/
de ca(m)me des selfs lodewijcks gelegen te vroyenberghe metten/
ketele twee grote cupen twee cuel vaten gelijc die inde/
voirs(creven) ca(m)me staen mette(n) huyse vand(er) voirs(creven) ca(m)men tot aen/
de poirte en(de) poirthuysken aldair metten poirten [solde(re)] daer boeve(n) de porte/
en(de) ene(n) cleyne(n) huysken staende aen de came(re) daer de voute/
onder steet metten waermoeyshove gaende vande(n) [nuwen] wouwe(re)/
aldair tot aen tvoirs(creven) huysken en(de) tot aen den thuyn met/
ene(n) dachmale en(de) xx roeden hoefs dair jonghe bogart/
in gesedt is te houden en(de) te hebben van half m(er)te lestlede(n)/
ene(n) t(er)mijn van vier jae(re)n lang deen na dander sonder middel/
volgende alle weeken den voirs(creven) t(er)mijn [due(re)nde] om viii gelten hoppen/
[alsulc als de voirs(creven) roelof bruwen sal] der maten van vroyenberghe te weten drie gelten der maten/
voirs(creven) alsoe groot als vier gelten [hoppen] der maten van loven(en) Item/
sal de voirs(creven) roelof de voirs(creven) goede den t(er)mijn voirs(creven) bevreden/
ende besluyten wel en(de) loflijc ende alsoe die te sinen afsceyden/
bevredt laten des sal de voirs(creven) lodewijck den voirg(enoemde) roelove/
leve(re)n seve(n) to(n)nen water vast en(de) die sal de selve roelof/
alsoe goet laten inde voirs(creven) ca(m)me te sijnen afsceiden geliker/
wijs hij die nu vint Voert sal de voirs(creven) lodewijc den/
voirs(creven) brouketel twee grote cupen en(de) twee cuel vaten/
houden op zijnen cost ende last [en(de) oft den voirs(creven) brou ketel en(de) vaten tot ocsuyne vander voirs(creven) rolove gebroken worden dat soude hij den voirs(creven) lod(ewijcken) oprichten] It(em) es vorw(er)de dat de/
voirs(creven) roelof oft gebuerde dat hij gheen bier [hoppe] en hadde/
soe sal hij die moegen [moeten] copen te berthem oft te leefdale en(de)/
n(er)gerens el vanden mynsten prijse en(de) ten mynsten den pot/
weert zijnde een noircken? en(de) dat metter maten van vroyenb(er)ge/
en(de) and(er)s niet It(em) [leve(re)n inde ca(m)me voirsc(reven)] want de voirs(creven) lodewijc den voirs(creven)/
roelove tsente jansmisse neestcomende leenen sal vi rijd(er)s/
oft de weerde dair af Soe es vorw(er)de dat de voirs(creven) lod(ewijc)/
bynne(n) den voirs(creven) tide oft hem gelieft voe(r) tselve gelt sal/
moegen doen hoppe halen oft hem gelieft oft [in afslage vande(n) voirs(creven) vi rijd(er)s en(de) oft hij gheen hoppe en haelt soe sal hem] de voirs(creven)/
roelof hem die sal moten betalen [de voirs(creven) vi rijders] ten lesten jae(re) vanden voirs(creven)/
t(er)mine Item es vorw(er)de dat de voirs(creven) lodewijc den voirs(creven)/
roelove jairlijx gheve(n) sal den voirs(creven) t(er)m(i)n(en) duerende vier/
ellen wullen lakens gelijc zijnen ande(re)n cnapen It(em) es vorw(er)de
//
dat de voirs(creven) roelof den voirs(creven) bogart niet wynnen en sal bynne(n)/
den voirs(creven) t(er)mijne ende alle dese vorw(er)den condicien en(de) geloften/
hebben geloeft de voirs(creven) p(er)sonen malcande(re)n vast en(de) gestentich te/
houwen hier af sijn borgen des voirs(creven) roelofs alse p(ri)ncipaele/
sculde(re)n en(de) elc voir al mathijs vand(er) paelt van berthem ende/
janne stoute cup(er)e van leefdale et p(ri)mus opp(endorp) vynckenbosch/
maii xvii/
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2013-04-17 door Wannes Debruyne