SAL7338, Akte: R°166.1-V°166.1 (203 van 519)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°166.1-V°166.1  
Act
Datum: 1443-11-12

Transcriptie

2021-07-27 door Roger Morias
Het sijn come(n) inden rechte inde banc te loven(en) voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) aldair/
reyne(r) vanden broecke naturlic sone reyneers wijlen vanden broecke die met scepen(en)/
brieve(n) van loven(en) come(n) en(de) beleyt es tot den ombehoirlijken goeden margriete(n)/
vander brugge(n) docht(er) arnts wijlen vand(er) bruggen van holsbeke moeder des/
voirs(creven) reyneers in deen zijde en(de) henrick vander bruggen sone willems wile(n)/
vander bruggen en(de) brueder der voirg(enoemde) m(ar)griete(n) in dande(r) Aldair de voirs(creven)/
henric vand(er) bruggen aensprack de helcht van ene(n) huse en(de) hove met zijnre/
toebehoirte(n) gelegen te holsbeke tussce(n) de goede jans wynt(er) in deen zijde/
en(de) de goede sgodshuys van gempe in dande(r) zijde en(de) naest den goeden/
henrix vand(er) bruggen en(de) metter vierder zijden aen she(re)n strate aldair seggen(de)/
dat willem vand(er) bruggen zijn vader getruwet hadde nae staet der heilig(er)/
kercken een vrouwe(n) p(er)soen gehete(n) lijsbeth sveren en(de) dat zij tvoirs(creven) goedt/
geheel besate(n) en(de) beseten over xxx jae(re)n en(de) meer als hue(r) wettich/
erve en(de) dat de voirs(creven) lijsbet daer uutt gestorve(n) ware als uut hue(re)n erve/
ende de voirs(creven) willem dair inne als tochtene(r) sitten(de) bleef en(de) dair uut gestorve(n)/
ware als uut zijnre tocht bynne(n) tween jaren herw(er)ts ende dat nae doot /
van zijne(n) vader tselve goet bleve(n) ware op hem en(de) op m(ar)griete(n) zijnre sust(er)/
oic docht(er) des voirscr(even) wijlen willems en(de) lijsbette(n) Seyde voirt de selve/
henric dat zijn voirs(creven) vorde(re)n en(de) hij tvoirscr(even) goet gepossesseert en(de) toesiende/
der voirg(enoemde) m(ar)griete(n) vand(er) bruggen gebruyct hadden over den voirscr(even)/
t(er)mijn van xxx jae(re)n en(de) dat oic tselve goet nae doot van zijnen/
vader en(de) moeder hem int geheel aengedeylt was jegen der voirg(enoemde)/
zijnre sust(er) en(de) dat de voirs(creven) punte(n) wair sijn boet de voirscr(even) he(n)ric/
te thoene(n) mette(n) mynste(n) dair hij int recht mede lijden mochte/
Hopende dair op om dat hem de selve goede sculdich waren te blive(n)/
en(de) oft niet genoech wae(r) des hij e(m)mer niet en meynde soe p(rese)nteerde/
hij tot dien dair af zijn behout te doen gelijc nae den rechte behoirt/
versueken(de) dair om de voirs(creven) henric den voirg(enoemde) reyne(r) bedwonge(n)/
te werden af te late(n) en(de) zijn hande mette(n) voirs(creven) beleide vande(n) voirs(creven)/
goeden te lichten oft dat hem de meye(r) dair af dade een vo(n)nisse/
op dwelc de voirs(creven) reyne(r) hem verantwoirden(de) dede seggen dat een/
gehete(n) arnt vand(er) bruggen getrouwet hadde een vrouwen p(er)soen gehete(n)/
maghtelt gheerts die welke same(n)tlic hadden twe wettige kinde(re)n/
te weten den voirs(creven) wijlen willem(me) en(de) m(ar)griete(n) vander bruggen/
en dat de voirscr(even) arnt voir sijn wijf aflivich worde(n) was en(de) dat/
de selve maghtelt nae huers mans doot voirscr(even) goet v(er)crege(n)/
hadden in hue(re)n weduwe stoele En(de) ter tijt alse de voirscr(even)/
willem in hue(re)n broede was welke m(ar)griete alsoe de voirscreve(n)/
reyne(r) seyde geloeft hadden beneden xxx jaren ende want
//
dan de voirscr(even) m(ar)griete sijn moed(er) oic wettich kynt was des/
voirs(creven) wijlen arnts en(de) maghtelde(n) en(de) sust(er) des voirs(creven) wijle(n) willems/
gelijc hij met gaders den [anderen] voirs(creven) punte(n) boet te thoene(n) en(de) mette(n)/
mynsten en(de) hij hoopte dat tusscen brued(er) en(de) suste(re)n gheen stille/
en wae(r) nae den rechte soe meynde hij dat hem ende zine(n)/
beleide dat hem de voirscr(even) de helcht vande(n) voirg(enoemde) goede/
voir der voirs(creven) m(ar)griete(n) kints gedeelte volgen souden ende/
dat de voirs(creven) henric aen de voirs(creven) helcht verdoelt ware/
en(de) des geliefde hem wael trecht nae den welken de scepen(en)/
gemaent vande(n) meye(r) wijsden beyden p(ar)tien tot hue(re)n thonisse/
Ten dage van thoene(n) thoende de voirscr(even) henric genoech/
inde(n) substancie(n) tghene des hij hem hadde vermeten en(de) met/
goede wettige ma(n)ne presenteerde dae(re)ntynde(n) al noch zijn behout/
op dats hem behoefde Ende nae dien thoende de voirscr(even)/
reyne inde(n) yerste(n) dat de voirscr(even) arnt ende maghtelt malc/
ande(re)n getruwet hadde en(de) dat de voirs(creven) maghtelt die leste/
leven(de) bleef en(de) dat zij tsame(n) hadde(n) twe wettige kinde(re)n/
te wete(n) den voirg(enoemde) wijlem en(de) margr(iete) zijn moder die hem/
den brief bekent hadden Thonende voirt met twe goede ma(n)ne/
dat hue(r) beste wae(r) dat de voirs(creven) goede wae(re)n vercregen ten/
tijde als zij weduwe was Dair nae dede hij mane(n) drie goede/
manne(n) oft de voirscr(even) machtelt niet geleeft hadde bynnen/
xxx jaren Daer op de twe cleerden dat zij daer af niet en wisten/
en(de) die derde droech voir sijn beste conde dat zij doot wae(r) over/
xxx jaire(n) ende bij die(n) hoopte hij dat hem de helcht vanden/
voirsc(reven) goeden volgen soude Alsoe dat ten utersten de scepen(en)/
van loven(en) voirt gemaent vanden meye(r) wijsden voir een/
vo(n)nisse nae aenspraeke verantwoirde(n) thoenissen en(de) nae allegatie(n)/
van beyden p(ar)tien dat den voirscr(even) henricke tvoirsc(reven) goet/
volgen soude alsoe verre dat noch voir scepen(en) van love(n) comen/
es p(rese)nt(ibus) lomb(ar)t als(oloens) pynnoc abs(oloens) voshem dormale nove(m)br(is) xii[a]
Nagekeken doorkristiaan magnus
ModeratorHadewijch Masure
Laatste update:: 2014-10-07 door Jos Jonckheer