Tvonnisse tusscen arnde arntsoen als geleyt totte(n) haeflijken goeden/ robbeerts damoede van laetwijc in deen zijde en(de) raese hannarde/ als gemechticht voir scepen(en) van loven(en) van meest(er) ja(n)ne hannarde/ vand(er) ordine(n) van chantrain in dande(re) alse vand(er) bladinge(n) vande(n) goede(n)/ die de voirs(creven) robb(er)t jegen den voirs(creven) meest(er) janne in pechtingen genome(n)/ heeft d(air) af den t(er)mijn noch duert die welke de voirs(creven) raes met/ rechte hadde doen beslaen voir gebrec van zijnre renten dit/ jegewoirdich jair en(de) der vesticheyt vand(er) voirs(creven) pechtingen en(de)/ van meswynne(n) d(er) selv(er) lande Es gewijst met desen woirden datme(n)/ den voirs(creven) arnde vande(n) voirs(creven) vruchten houde(n) sal in sijne(n) beleide/ evenverre hij den voirs(creven) raese inde(n) name vanden voirs(creven) meester/ janne betaelt de voirs(creven) rente(n) en(de) voldoet de voirs(creven) pechtinge(n)/ vand(er) jairscharen en(de) den cost met rechte d(air) op gelopen p(rese)nt(ibus) eisd(em)/