SAL7338, Akte: R°311.4 (365 van 519)
Akte R°311.4
Act
Datum: 1444-03-05
Transcriptie
2020-06-10 door Roger MoriasIt(em) tvonnisse tussce(n) arnde wittebolle in deen zijde en(de) janne van/
coude(n)berge van pellenberch in dande(r) alse van x rijd(er)s dair voir de/
voirs(creven) arnt aensprac den voirs(creven) ja(n)ne dat hij hem die sculdich/
wae(r) van geleende gelde dair af de selve jan zijne(n) eed boet te/
doen(e) dat hij die de(n) selve(n) arnde betaelt hadde Ende hij op/
hede(n) met vonnisse d(er) scepen(en) van loven(e) gewesen was om zijne(n)/
eed te moege(n) doen(e) te welke(n) dage hij niet come(n) en es noch/
zijne(n) eed gedaen en heeft smeyers en(de) d(er) scepen(en) opstaen(de)/
Es gewijst dat de voirs(creven) arnt dan zijne(n) eysch vande(n) x/
rijd(er)s voirs(creven) aende(n) voirs(creven) janne berreyt sal hebben cor(am) eisd(em)
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2014-11-25 door Jos Jonckheer