SAL7338, Akte: V°426.1-R°427.1 (518 van 519)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°426.1-R°427.1  
Act
Datum: 1444-06-22

Transcriptie

2021-01-20 door Roger Morias
It(em) h(er) jan vande(n) dale prieste(r) in yegewordich(eit) der scepen(en) van loven(e)/
gestaen heeft genomen en(de) bekent dat hij genomen heeft tegen/
meest(er) janne costechiree proeffs van cortenb(er)ge een huys ende/
hof met sijnre toebehoirten den voirs(creven) cloeste(r) van cortenb(er)ge/
toebehoe(re)nde gelegen te cortenb(er)ge ter plaetsen geheten inden hornic/
tusschen de goeden godevaerts sbosschers en(de) de goeden der erfgenamen/
oft vanden dorpe in deen zijde en(de) de goede clarissien mu(n)ninx/
in dande(re) zijde comen(de) metden enen eynde aen die cleyne broecst(ra)te/
Te houden en(de) te hebben van kersmisse lestleden enen t(er)mijn van/
achtentwintich jae(re)n eenpaerlijc volgen(de) elx jairs dae(re)n bynnen/
om drie gulden te weten xl pl(a)c(ken) brabants payments voe(r)/
elken gulden gerekent en(de) iiii capuyne(n) alle jae(re) op sinte steve(n)s/
dach te betalen en(de) int voirs(creven) godshuys van cortenb(er)ge te/
leve(re)n den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde quol(ibet) ass(ecutu)[m] It(em) es vorwerde/
dat de voirs(creven) h(er) jan hebben sal den was vanden houte nu ter/
tijt op de voirs(creven) goede staende oft die hij d(aer) op sal planten/
sijnen t(er)mijn due(re)nde en(de) sijne(n) wille d(aer) mede doen sond(er) yemants/
wed(er)seggen met vorwerden en(de) condicien h(ier) inne ond(er)sproken dat/
de voirs(creven) h(er) jan de voirs(creven) goede niet arger laten en sal te sijnen/
afscheiden dan hijze bevonden heeft te sijnen aencomen mair die/
na sijne(n) vermogen alsoes bete(re)n en(de) oft die arger bevonden worden/
te sijne(n) afscheide(n) [dan hier na v(er)claert steet] dat soude hij den voirs(creven) cloeste(r) moeten/
oprichten na prijse van goeden ma(n)nen hen des v(er)staende/
It(em) es vorwerde dat de voirs(creven) h(er) jan vande(n) dale tvoirscr(even)/
goet nyemande [int geheel] uutgeven en mach tvoirs(creven) godsh(uys) en moet alt(oes)/
de naeste sijn mair hij machse [in stucken] verhue(re)n en(de) den chijs selve/
v(er)antwerden aen tvoirs(creven) godsh(uys) It(em) sijn de voirs(creven) goeden huyse/
en(de) boeme d(aer) op staende den voirs(creven) he(re)n vande(n) dale van/
des voirs(creven) godshuys wegen gelevert ind(er) manie(re)n h(ier) na/
volgen(de) Te weten de huyse met wanden en(de) daken op xviii/
gulden pet(er)s d(er) mu(n)ten (et)c(etera) welke huyse hij bet(er) laten moet/
ten eynde van sijnen jairscae(re)n vi d(er) voirs(creven) pet(er)s It(em) x opgaende/
alboeme xl dumen dick sijnde xv alboeme xiii dumen
//
dick en(de) xx wassende willegen en(de) dat hert houdt/
getaxeert op xxiiii pl(a)c(ken) It(em) viii appellaers onder/
cleyn en(de) groet en(de) vier nootboeme Ende soe war/
dese voirs(creven) goede huyse en boeme beter selen sijn bove(n) de/
voirs(creven) leveringe en(de) taxacie dat sal tvoirs(creven) godsh(uys) den voirg(enoemde)/
h(ere)n janne oft sijne(n) nacomelingen opleggen en(de) wed(er)ke(re)n en(de)/
oft de voirs(creven) leveringe arger bevonden worde dan voirs(creven) steet/
ten eynde vande(n) voirs(creven) t(er)mine dat sal de voirs(creven) h(er) jan den/
voirs(creven) godsh(uyse) moeten oprichten alle argelist uutgescheiden/
It(em) es noch vorwerde dat de selve h(er) jan dat elsbosch/
op de voirs(creven) goede staende sal mogen doen uutroden eens deels/
oft al en(de) d(aer) vivers af maken mair tgodsh(uys) voirs(creven) en sal/
hen gheen rastoer d(aer) af doen al eest dat bet(er) wordt/
bevonden ten eynde van sijnen jairscae(re)n dan tvoirs(creven) elsbosch/
nu es cor(am) lomb(ar)t vync junii xxii
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2014-12-02 door Jos Jonckheer