SAL7338, Akte: V°428.1-V°430.1 (519 van 519)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°428.1-V°430.1  
Act
Datum: 1444-06-19

Transcriptie

2021-01-21 door Roger Morias
Van woute(re)n goetels/
Het zijn comen te rechte inde banc te loven(e) wout(er) goetels/
die geleit es met scepen(en) brieve(n) van loven(e) totden goeden/
jans de hantsitte(re) soen pauwels wilen de hantsitte(re) vande(n)/
nabedde in deen zijde en(de) henric ghisels in dande(re)/
alse vande(n) eenen vie(re)ndeele der goeden hier na bescreven/
Inden yersten van ene(n) stucke lants geheten scriens acker gelegen/
te lille tusschen janne de becke(re) en(de) henricke coucole It(em) van/
ene(n) stucke erfs geheten den witten berch gelegen ald(aer) tusschen de/
goede jans van beerse en(der) den wech ald(aer) It(em) van enen dachmale/
beemps geheten den cro(m)men horst gelegen tusschen ja(n)ne van beerse/
en(de) woute(re)n goedens It(em) van ene(n) dachmale beemps geheten den/
rechten horst gelegen tusschen janne vande(n) broecke en(de) woute(re)n/
vande(n) lare It(em) van eenen stucke erfs geheten tgoerken gelege(n)/
op de lake tusschen henricke godevaerts en(de) henricke moerkens/
It(em) van ene(n) stucke erfs geheten theybloc houden(de) een boende(r) oft/
dair ontrent gelegen tusschen henricke v(er)coddonc en(de) pete(re)n/
v(er)coddonc aldair de voirs(creven) henrick tvie(re)ndeel vande(n) voirs(creven)/
goeden aensprack seggen(de) dat een geheten jan vande(n) vynne/
de voirs(creven) goede besat en(de) hantplichte alse sijn erve en(de) dat/
na sijn doot de drie deele vande(n) voirs(creven) goede(n) bleven/
wae(re)n op des selfs jans vande(n) vynne wijf die noch leefde/
Seyde voirts dat de voirs(creven) jan vande(n) vynne was wettich/
oem vande(n) wive des selfs henrix gisels en(de) dat hij als mo(m)boir/
sijns wijfs wae(re) de neeste leven(de) vande(n) vie(re)ndeele vanden/
voirs(creven) goede(n) Seyde oic de selve henric dat de voirs(creven)/
goeden comen wae(re)n vande(n) voirs(creven) wilen janne vande(n) vynne/
en(de) sijnen wive en(de) dat oude stocgoede wae(re)n en(de) dat/
de voirs(creven) pauwels hadde een wettige docht(er) van sijnen/
yersten wive en(de) dat die docht(er) langer leefde dan/
de voirs(creven) pauwels hue(r) vader en(de) de voirs(creven) poenten/
boet hij te thoenen metten minsten (et)c(etera) Hoepte dair
//
om dat hem tvie(re)ndeel vanden voirs(creven) goede(n) sculdich wae(r)/
te volgen en(de) des geliefde hen wale tvo(n)nis Dair op de/
voirs(creven) wout(er) hem v(er)antwerdende dede seggen dat jan vanden/
vynne voirs(creven) en(de) katline v(er)coddonc sijn wijf pauwels de/
hantsitte(re) en(de) lijsbeth sijn wijf docht(er) des voirs(creven) jans ende/
katline(n) de voirs(creven) geheel goeden v(er)cregen sitten(de) te samen in/
eene(n) huyse in enen broede in enen coepe in eend(er) wy(n)ningen en(de)/
verliese Seyde voirt de selve wout(er) dat de voirs(creven) pauwels/
en(de) lijsbeth sijn wijf hadden tsamen een wettige docht(er) geheten/
m(ar)griete en(de) dat de voirs(creven) lijsbeth en(de) hue(r) docht(er) aflivich/
wae(re)n worden en(de) dat de selve pauwels nam een and(er) wijf dair/
af dat hij hadde een wettich soen te weten den voirs(creven) ja(n)ne de/
hantsitte(re) die den voirs(creven) brief bekent heeft Seyde oic de/
selve wout(er) dat soe wes goede ind(er) voirs(creven) maten v(er)crigen worden/
dat die na der hoetbanc van santhove(n) dair de voirs(creven) goeden/
gelegen sijn sculdich wae(re)n te gaen te tween zijden en(de) dat tvie(re)ndeel/
vande(n) geheelen goeden voirs(creven) toebehoerde en(de) sculdich wae(re) te/
volgen den voirs(creven) pauwelse en(de) sijnen erfgenamen H(ier) na seyde/
voirt de selve wout(er) dat hen vremde dat de voirs(creven) henric/
tvoirs(creven) vie(re)ndeel aensprake na dat hem dat bij segge(re)n d(aer) inne/
zij hen v(er)bonden hadden aengeseeght was en(de) den voirs(creven) henricke/
afgeseeght Op welc seggen de voirs(creven) jan tgebruyc en(de) de hanteringe/
vande(n) voirs(creven) goeden hadde gehadt en(de) aenveert en(de) dat de voirs(creven)/
poenten wair wae(re)n boet de voirs(creven) wout(er) te thoenen metten mi(n)sten (et)c(etera)/
Na desen worden beyde de voirs(creven) p(ar)tien gewijst tot hue(re)n bethoene/
tot welken dage thoende de voirs(creven) henric met ii ma(n)nen dat/
de voirs(creven) jan vande(n) vynne en(de) sijn wijf tvoirs(creven) goet besaten ende/
hantplichten en(de) dat zij and(er)s niet en wisten voe(r) hue(r) beste/
conde dan dat hue(r) erve was en(de) dat de voirs(creven) pauwels/
des voirs(creven) jans en(de) sijns wijfs wettige docht(er) getroudt hadde ende/
dat de selve pauwels van sijnen wive een wittige docht(er) hadde/
d(aer) af hij als momboir sijns wijfs wae(r) de neeste leven(de) Tuyghden
//
voirt iii goede ma(n)nen segge(re)n tusschen den voirs(creven) henricke en(de)/
woute(re)n om des voirs(creven) vie(re)ndeels wille dat zij tvoirs(creven) vie(re)ndeel/
den voirs(creven) woute(re)n inden name van janne de hantsitte(re)/
aengeseeght hadden na den brief vande(n) voirraide vand(er)/
hoetbanc tot dat yemant bet(er) bescheet bijgebringen conde/
dwelc zij dan te henw(er)t hielden Na desen dede de/
voirs(creven) wouter goetels lesen eenen brief d(aer) af dat de/
tenu(r)e hier na volght Wij arnt ts(er)meys en(de) wouter/
van emeren ma(n)ne en(de) wijsers inden hove van santhove(n)/
doen cond ene(n)yegeliken met desen yegewordigen l(ette)ren/
dat comen es op een genechte tsanthove(n) in vold(er) vierschae(re)n/
v(er)sekeren(de) met enen borge van rechts wegen begheren(de)/
vo(n)nis en(de) voe(r)raed naden lantrechte en(de) nad(er) bancken/
recht van santhove(n) voirs(creven) wout(en) goetelen want jan/
vanden venne en(de) katline v(er)codden sijn wijf hadden/
een wettige docht(er) geheten lijsbeth die zij gaven/
pauwelse den hantsitte(re) tot enen wive en(de) dese voirg(enoemde)/
twe huwelijc saten te samen in ene(n) brode in ene(n) coepe/
en eend(er) familien in eend(er) wy(n)ningen en(de) in enen v(er)liese ende/
dese voirg(enoemde) pauwels en(de) lijsbeth hadden tsamen een/
wettige docht(er) geheten m(ar)griete en(de) d(aer) na soe es lijsbeth/
voirs(creven) en(de) hue(r) docht(er) gestorve(n) en(de) pauwels voirs(creven) gecreegh/
een and(er) wijf d(aer) hij bij gecreech wettige gebuerte hoe/
v(er)re dat pauwels na geboirte gericht sal sijn inde/
erfgoede die de twee huwelijc voirs(creven) tsame(n) v(er)cregen/
hebben in ene(n) brode in eend(er) wy(n)ningen en(de) gelijc dat voirs(creven)/
steet nad(er) bancken recht van santhove(n) want die na/
geboirte noch onder hue(r) jae(re)n es Die scouth(eit) van santh(oven)/
wout(er) van doirne diemen heet van sompeken maende/
tvonnis wijsde v(er)volgen(de) met vollen gevolge van ma(n)nen/
na hue(r) begheerte en(de) aenbrengen alzo v(er)re als hij can/
bethonen gelijc hij dat aenbrenght dat zij saten in eenen
//
cope in ene(n) brode in eend(er) wyningen gelijc dat voirs(creven) steet/
dat die erfgoede gaen selen in tween zijden half en(de) half/
Te weten die een helcht aen janne vande(n) verme en(de)/
sijnen wive en(de) dander helicht aen pauwelse den hantsitte(re)/
en(de) sijne wive en(de) want pauwels voe(r) wijf en(de) hue(r)/
geboerte aflivich es en(de) pauwels bij sijn na wijf oic geboirte/
heeft en(de) dat de na geboirte gericht sal sijn in vie(re)ndeel/
vanden erfgoede(n) al geheel die de twee huwelijc tsamen in/
eend(er) wyningen besaten En(de) want wij ma(n)ne en(de) wijsers/
voirs(creven) hier bij en(de) over geweest hebben dair dese voirs(creven)/
saken aldus met rechte geschiet sijn en(de) een vo(n)nis den voirs(creven)/
woute(re)n brieve heeft gewijst te hebben tsijnd(er) cost Soe hebbe(n)/
wij des in kinnessen d(er) wairh(eit) onse prope(r) seleg segele h(ier)/
aen gehangen xxiii dagen in mey veerthienhond(er)t veertich/
jair Hier na thoende de selve wout(er) goetels met/
goeden ma(n)nen dat de voirs(creven) jan vande(n) venne en(de) pauwels/
met hue(re)r beyder wive ind(er) maten hij in sijne(n) v(er)antwerden/
heeft v(er)claert de voirs(creven) geheel goede(n) tsamen v(er)cregen hadden/
Droegen voirt drie ma(n)nen van santhove(n) datmen na hue(re)r/
bancken recht met ii ma(n)ne(n) of wethoude(re)n goedde ende/
ontgoedde en(de) dat hue(re)r banc recht wae(r) tghene des/
den voirs(creven) brief inhoudt Thoende voirt de selve wouter/
met ii goede(n) ma(n)nen dat zij des voirs(creven) es voe(r) de segge(re)n/
getuyght hadden Droegen voirt de voirs(creven) segge(re)n dat zij/
de voirs(creven) getuygen en(de) oic den voirs(creven) brief gehoirt hadden/
en(de) dat zij d(aer) op hue(r) seggen geseeght hadden en(de) uutgesproken/
voir scepen(en) van lille d(aer) tv(er)bont oic voe(r) gesciede met/
welken seggen den voirs(creven) janne den hantsitte(re) tvie(re)ndeel/
vanden voirs(creven) geheelen goeden aengeseeght wae(re)n droegen/
oic ii scepen(en) van lille dat de voirs(creven) goede ond(er) hue(r)
//
lant gelegen wae(re)n en(de) dat de banc van santhove(n)/
hue(r) hoet wae(r) Na desen droegen noch ii goede/
ma(n)nen dat de voirs(creven) jan de hantsitte(re) wae(re)/
wettich soen vanden voirs(ceven) pauwels en(de) de naeste/
leven(de) vanden vie(re)ndeele vand(en) voirs(creven) goede(n) Mids/
den welken de voirs(creven) wout(er) goetels meynde int/
selve vie(re)ndeel gehouden te worden dair op/
de meye(r) maende de scepen(en) die wijsden voe(r)/
van vo(n)nisse datmen den voirs(creven) woute(re)n houden/
soude met sijnen beleide int voirs(creven) seggen/
alzo v(er)re dat voir scepen(en) comen wae(r) p(rese)nt(ibus)/
lomb(ar)t lye(ming)[en] abs(oloens) pynnoc vync voshem dormale/
junii xix
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2014-12-02 door Jos Jonckheer