SAL7339, Akte: R°112.1-V°113.1 (148 van 450)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°112.1-V°113.1  
Act
Datum: 1444-11-12

Transcriptie

2021-07-31 door Jos Jonckheer
Wij jaspar absoloens ende arnt van vynckenbosch scepen(en) van loeven(e)/
doen cond eenen yegeliken die dese l(ette)ren selen zien oft hoere(n) lesen dat voir ons/
comen ende gestaen zijn de edele ende moegende jonch(e)r jan heere tot wesemale/
ende van phalays erfmairscalc van brabant (et)c(etera) ende jouffr(ouwe) johanne van bouchout/
medegesellinne des voirs(creven) jonch(e)r(e)n jans kinnende ende lijdende openbaerlijc dat zij/
bij onderwijse ende middele van hueren vrienden in beyden zijden met malcanderen/
moets willen ende wel bedacht overcomen sijn ende verdragen hebben de poente(n)/
hier na bescreve(n) gestentichlijc ende onverbrekelijc tonderhouden ende na te volgen/
Inden yersten alse vanden stoete tusscen den voirs(creven) jonch(e)r(e)n janne en(de) jouffr(ouwe) johanne(n)/
wesende vander groetheit der sommen die de voirs(creven) jouffr(ouwe) meyndt dat zij na/
inhoudt van eenen tractate tusscen hen voirmaels gemaect hebben soude en(de) van/
hueren goeden voir uut moegen nemen om die tot hueren wille te bekeere(n) d(air)/
af de voirs(creven) jonch(e)r jan ende jouffr(ouwe) johanne discorderen in dien dat de voirs(creven)/
jonch(e)r seeght dat es viventwintich hondert rijders ende de voirs(creven) jouffr(ouwe) meyndt/
dat wezen soude dertich hondert rijders Es tusscen de voirs(creven) p(ar)tien geappointeirt/
ende overdragen datmen aenhoeren sal op tvoirs(creven) gescille vander so(m)men de/
ghene die over tvoirs(creven) tractaet waren ende d(air)af te spreken weten ende wes zij/
dair af vercleren en(de) uutspreken datmen dat alsoe sal navolgen en(de) dat elc vande(n)/
voirs(creven) p(ar)tien d(air)mede content ende te vreden sal wezen Item om dat de voirs(creven) jouffr(ouwe)/
johanne tot der voirs(creven) so(m)men moge comen ende dat zij met den huere(n) doen mach/
des huer gelieft mids seke(re)n merckelijke(n) redene(n) alsoe zij seecht huer dair toe/
vernerende Soe es overdragen en(de) bij den voirs(creven) jonch(e)r ende jouffr(ouwe) gesloten/
dat de selve jouffr(ouwe) soe eer soe bat vercoepen sal ende ten hoechsten bringe(n)/
dat zij can alle ende yegewelke goede van huerre zijden gecome(n) het zijn/
leene eyghen oft chijsgoede tot wat plaetsen ende steden die inden palen tslants/
van brabant moegen sijn gelege(n) uutgenomen tdorp oft tgoet van loenhoudt/
met allen sijne(n) toebehoirte(n) die goede gehete(n) van relegem ende va(n) pope(n)donck/
desgelijcx de manscapen van santhoven en(de) van beerze met huere(n) toebehoirte(n) die/
de voirs(creven) jouffr(ouwe) johanne behouden zal moegen oft huer gelieft ende laten na huer/
doot sonder bij huer oft andere(n) gelt pe(n)ninge renten oft p(ro)fiten d(air)af genomen te/
worden wien zij wille Bij alsoe dat zij die selve goede hier voire uutgenome(n)/
niet laten en sal moegen daneele noch janne van bouchout noch huere(n) erfgename(n)/
maer besorgen met behoeffelike(n) wegen en(de) remedie(n) dat die in huere(n) handen/
noch huerre(n) erfgename(n) niet comen en selen Ende oft der voirs(creven) jouffr(ouwe) genuechde/
de voirs(creven) goede van loenhout van relegem van popendonck de manscapen van/
santhoven oft van beerse samentlijc oft e(n)nige dair af bezunder te vercoepe(n) dat/
sal de selve jouffr(ouwe) moegen doen op dat zij wilt en(de) anders niet gelijc dand(er)/
goede voirs(creven) hier inne besproken ende versien dat de selve jouffr(ouwe) vande(n) voirs(creven)/
hueren goeden die inder voirs(creven) mate(n) vercocht selen worden yerst veylen ende/
vercoepen sal alsoe verre zij dat vuechlijc sonder huer achterdeel gedoen can/
de leengoede Ende oft e(n)nige chijsgoede oft eygen goede vercocht worden d(air) af/
sal tgelt come(n) ende gestelt worden in handen van jacoppe uute(n) lyemi(n)ge(n)/
jacoppen de gruyte(re) wout(er)en van laethem jannese vanden hove en(de) arnold(e) kyp/
secretar(is) d(er) stad van loeven(e) ende dair berusten tot dat de leste leengoede/
d(er) voirs(creven) jouffr(ouwe) uutgenome(n) loenhout releghem popendonc zanthove(n) ende/
beerze vercocht selen wezen Also dat de voirs(creven) jonch(e)r jan noch jouffr(ouwe) joha(n)ne/
/ tvoirs(creven) gelt vanden chijsgoeden alsoe in handen der voirs(creven) p(er)sone(n) staende negheenssins/
en selen moegen hebben voir aen der tijt dat alle de leengoede die bove(n)/
niet uitgenomen [en] sijn vercocht selen wesen het en ware dat hen beyden same(n)tlijc/
ende eendrechtelijc geliefde dat gelt te trecken en(de) selve in huere(n) handen/
te nemen Ende oft de voirs(creven) jouffr(ouwe) jehanne aflivich worde eer alle de selve/
leene vercocht ware(n) soe selen den voirs(creven) jonch(e)r(e)n janne [of den ghene(n) die hem geliev(en) (sal)?] alsdan volghen tgeheel/
gelt alsoe vanden vercoepen der voirs(creven) chijsgoede oft eygen goede gecomen alsoe/
v(er)re zijs samentlijc niet getogen en hadden en(de) desgelijcx alle de goede d(er) voirs(creven) jouffr(ouwe)/
hoedanich die zijn alsoe v(er)re die alsdan onv(er)cocht selen worden bevonden/
uutgenomen loenhout releghem popendonc santhove(n) en(de) beerse met hue(re)n/
toebehoirten voirs(creven) alse sijn goede sonder ind(er) voirs(creven) jouffr(ouwe) schout gehoude(n)/
te wesen dair af den voirs(creven) jonch(e)r [behoirlike vesticheit sal worden gedaen] Ende inden gevalle dat de voirs(creven) jonch(e)r/
jan voir der voirs(creven) jouffr(ouwe) aflivich worde ende tgelt vanden chijsgoeden/
ende eygen goeden in handen der voirs(creven) p(er)sonen noch stonde dat dan/
tselve gelt des voirs(creven) es niet wederstaende met der erflicheit vanden selve(n)/
chijsgoeden ende eygen goeden onv(er)cocht sijnde volgen sal der voirs(creven) jouffr(ouwe)/
johannen als huer have [goede] sonder midts dien in des voirs(creven) jonch(e)r(e)n schouden/
gehouden te wesen Ende soe welken tijt de voirs(creven) jouffr(ouwe) jehanne alle de/
voirs(creven) goede die zij gelijc voirs(creven) es vercoepen sal oft mach oft e(n)nige vand(en)/
selven goeden vercocht sal hebben sal sij die comescapen cundigen den/
voirs(creven) jonch(e)r(e)n janne tot westerle ende te phalays te dien eynde dat/
de selve jonch(e)r die voir den vercochten prijs oft hem gelieft aenveerde(n)/
ende behouden sal moegen oft oec eene(n) anderen die om de selve/
goede meer geve(n) woude overgeve(n) ende doen volgen Behoudelijc/
dien dat de selve jonch(e)r jan d(air) af der voirs(creven) joffr(ouwe) sal betalen en(de)/
voldoen oft doen betalen ende voldoen binne(n) xiiii nachte(n) na dat zij de/
voirs(creven) comescape den voirs(creven) jonch(e)r gecondicht sal hebben en(de) de guedi(n)ge/
gesciet sal wesen
de helicht vanden gelde ende vorwerden dat die voirs(creven)/
jouffr(ouwe) die vercocht sal hebben en(de) dand(er) helicht met tgeven des de voirs(creven)/
jonch(e)r die meer soude moge(n) vercoepen sal volge(n) den selven jonch(e)r/
janne om elken van hen tsijne te bekeeren dairt hen gelieven sal om welke/
comescapen te vestigen aen de coep(er)en die die aenveerden selen sal de voirs(creven)/
jonch(e)r jan leenen en(de) doen handt en(de) mont alsoe dat de coep(er)e d(air)af/
verwaert sal sijn sonder dat de selve jonch(e)r hem d(air) inne yet verbinde(n)/
oft belasten sal Ende alse vande(n) goeden die jannes amman nu t(er) tijt/
jegen der voirs(creven) jouffr(ouwe) vercregen heeft es vorw(er)de en(de) tussce(n) den voirs(creven)/
jonch(e)r en(de) jouffr(ouwe) ondersproken dat elc van hen d(air)af sal trecken/
in gereeden pe(n)ningen vijfhondert rijd(er)s En(de) wes de selve goede meer/
ghelden dat sal der selver jouffr(ouwe) johanne(n) volge(n) in afcortinge(n) vand(en)/
voirs(creven) viventwintich oft dertich [hondert] rijd(er)s En(de) oft huer dan d(air)af noch ge/
brake en(de) sij tot dier so(m)men niet en quame soe sal sij des voirs(creven) es/
niet wed(er)staende dat gebrec voir uut heffen aen en(de) vande(n) yersten/
/ leengoede die sij vercoepen sal Voirtane es tusscen de voirs(creven) p(ar)tien v(er)drage(n)/
want de voirs(creven) jouffr(ouwe) jehanne tvoirs(creven) goet van loenhout op dat zij wilt/
behoude(n) sal moegen en(de) de voirs(creven) jonch(e)r jan de helicht vande(n) co(m)mer d(air)/
uut gaende van s(in)t jansmisse naestcomen(de) voirtane drage(n) sal moete(n) na/
inhoudt vande(n) voirs(creven) tractate voirmaels tussce(n) hen gemaect Soe sal de/
voirs(creven) jonch(e)r jan na dat de voirs(creven) jouffr(ouwe) de voirs(creven) so(m)me van xxv of xxx[c]/
rijders volhave(n) sal hebbe(n) ind(er) maniere(n) voirs(creven) oec d(air)enteynden voir uut/
hebbe(n) en(de) te hemw(er)t trecken vande(n) leengoeden dieme(n) vercoepen sal/
alsoe vele gelts als gedreecht de helicht vander werden vanden moere/
te loenhout gelegen dwelc den voirs(creven) jonch(e)r(e)n janne toebehoirde na den/
voirs(creven) yersten tractate En(de) die so(m)me sal staen ter taxacie(n) van jacoppe/
ute(n) lyemi(n)gen jacoppe(n) de gruyte(re) woute(r) van laethe(m) jannese vand(en) hove/
en(de) arnold(e) kyp die na dat zij informacie vand(er) weerden vand(en) moere/
voirs(creven) na huer beste vernomen selen hebbe(n) d(air) af uutsprake en(de) grotinge/
doen selen En(de) oft die so(m)me alsoe bij den voirs(creven) p(er)sone(n) gegroetst myn/
gedroege dan xxv rijd(er)s dat gebrec sal de voirs(creven) jonch(e)r jan heffen/
aen tgelt dat den voirs(creven) jonch(e)r en(de) jouffr(ouwe) uutsteet vanden goeden/
van ghistele in vlaende(re)n gelege(n) Item sijn de voirs(creven) p(ar)tien voirt ov(er)come(n)/
en(de) heeft de voirs(creven) jonch(e)r jan geconsenteert dat de voirs(creven) jouffr(ouwe) onge/
houden sal sijn vanden refectien vanden huysen en(de) goeden die zij inden/
voirs(creven) yersten tractate geloeft hadde te houden Item voirtane es bij den/
selven p(ar)tien ov(er)come(n) dat de voirs(creven) jouffr(ouwe) johanne huere(n) leefdach lang/
aenveerden sal en(de) behoirlijc doen houden ende wercken custbaerlijc den/
wijngaert des voirs(creven) jonch(e)r jans gelegen te berchem in goeden state gelijc/
andere p(ar)tien dair omtrent doen selen bove(n) ende beneden sond(er) argelist en(de)/
des sal sij hebben de twee deele vande(n) wijne d(air) op wassende en(de) jonch(e)r/
jan tderdendeel Na desen es noch tusscen de voirs(creven) p(ar)tien bevorwerdt/
en(de) bij den voirs(creven) jonch(e)r(e)n janne [ne] geconsenteert al eist alsoe dat tvoirs(creven)/
yerste tractaet in eene(n) poente begrijpt dat de voirs(creven) jouffr(ouwe) huere ende/
huerre moeder schout alsoe betalen sal dat mijn jonch(e)r noch sijn goede/
daer voe(r) niet belast en soude(n) worde(n) dat nochtan de voirs(creven) jonch(e)r/
huer noch hue(re) goede met dier geloften niet prame(n) en sal om dat/
te doen volschien vanden goeden van huers vaders wegen gecome(n)/
maer dat die gelufte stad g(ri)pen sal over de goede gecome(n) vand(er)/
zijden va(n)der moed(er) der voirs(creven) jouffr(ouwe) jehanne(n) Te wete(n) vande(n) goede(n)/
van ghistele alsoe verre die in huere(n) hande(n) selen comen [It(em) es tussce(n) de selve p(ar)tien noch besproken en(de) overgegeven dat de voirs(creven) jonch(e)r jan hebben sal tot sijnen vryen wille te beke(re)n thuys gelegen te bruessel inde p(ro)chiaen strate bij also dat m jonch(e)r jan den co(m)mer d(air) af also cuelen sal dat de goede d(er) voirs(creven) jouffr(ouwe) d(air) voe(r) onderpant sijnde d(air) af ombelast selen bliven]/
Item om deswille dat ten laste der voirs(creven) jouffr(ouwe) hue(r) goede van wege(n)/
ons gened(ichs) he(re)n des h(er)togen van brabant beslagen sijn voir gebrec van heerge/
weden datme(n) d(air)af es eysschen(de) en(de) oec namaels om gelijken saken oft ande(re)n/
minderen oft meerdere(n) van wyen dat ware beco(m)mert mochten worden/
dat goet verhuedt ware Soe sal de voirs(creven) jonch(e)r jan gehoude(n) sijn der/
voirs(creven) jouffr(ouwe) dair af ter handt te stane gelijc oft sijns selfs sake ware/
/ ter goed(er) meyni(n)gen alst noet es ende behoeft als hij des van huere(n) wege(n)/
versocht sal wesen ende dat den coste en(de) laste der voirs(creven) jouffr(ouwe) johanne(n)/
het sij van heergewede(n) andere(n) scouwen oft saken d(air) inne zij oft de/
selve goede gehoude(n) mochte(n) sijn uutgenomen dat sij ongehoude(n)/
sal sijn en(de) blive(n) van alsulke(n) montcoste oft teeringen als de voirs(creven)/
jonch(e)r jan en(de) de sijne d(air) o(m)me int vervolge(n) doen selen En(de) op/
dat de voirs(creven) poente bij de(n) voirs(creven) p(ar)tien en(de) elke(n) van hen dien/
dat aencleeft volcomelijc nagevolcht moge worden sond(er) d(air)inne/
e(n)nich gebrec te vallen hebben de selve p(ar)tien dinhoudt van dese(n)/
geconsenteert ende geloeft te voldoene tallen tiden als deen de(n)/
anderen d(air)toe v(er)mane(n) ende v(er)sueke(n) sal [bij hen selven en(de) ande(re)n des mechtich zijnde na den rechte] Behoudelijc oec in dese(n)/
dat alle en(de) yegewelke voirw(er)den tussce(n) den voirs(creven) jonch(e)r(e)n janne/
en(de) jouffr(ouwe) johanne(n) voirtijde(n) gevesticht d(air)af de co(n)trarie in desen/
brieve niet begrepen en es bij expresse stad en(de) macht gripe(n)/
selen sonder met desen geminct te sijne en(de) al sond(er) argelist/
no(vem)[br(is)] xii
Nagekeken doorWalter Winnelinckx
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2016-11-12 door Jos Jonckheer