It(em) claes vand(er) voert meye(r) va(n) waelhe(m) heeft geloeft cornelijse coelve(re) te betale(n)/ lxi pet(er)s te wete(n) xxv gul(den) r(ijns) tstuc te xx st(uvers) binne(n) x dage(n) naestcomen(de)/ ende tsurplus vander voirs(creven) so(m)men te liechtmisse d(air) naest volgen(de) en(de) va(n) des/ de voirs(creven) claes te he(m)w(er)t meer belang es blijft staende op sijn beloep van/ rechte En(de) oft de voirs(creven) claes des niet en dade dat hij dan come(n) sal te/ loeven(en) en(de) van d(air) niet sceyde(n) hij en hebbe cornelijse v(er)nuecht vand(er) schout voirs(creven) Tot/ desen heeft geloeft de voirs(creven) claes voir he(m) en(de) arde va(n) pruycen die tot bruessel te s tot sine(n)/ goede(n) beleidt es dat hij met dien beleyde de(n) voirs(creven) cornelijse gheen letsel doen en sal noch/ late(n) doen in tgene des hij den voirs(creven) cornel(ijs) wettelijc belang mach wesen ov(er)geven(de) de selve/ claes oft de co(n)t(ra)rie d(air) af gesciede dat hij d(air) af gestaen soude t(er) correctie(n) vand(er) stad cora(m)/ mychaele abs(oloens) burgim(a)g(ist)ro januarii quinta