Tvo(n)nisse tusschen henricke oliviers die geleit es totden goeden/ pet(er)s lovenwech in deen zijde en(de) vrancken love(n)wech des voirs(creven)/ pet(er)s soen in dande(re) alse vanden goeden des voirs(creven) pet(er)s op de/ welke de voirs(creven) vrancke meynde te hebben drie mudde/ corens tsjaers die hem sijn voirs(creven) vad(er) in huwelijc gegeven/ soude hebben of den gront vanden selve(n) goede(n) die de voirscr(even)/ pet(er) voir de selve drie mudden rox ov(er)gegeve(n) hadde/ met welker huwelik(er) vorwerden he de selve vrancke hoepte/ dat hij volgen soude mogen ter plaetsen d(air) die behoerde Dair/ tegen de voirs(creven) henric in sijne(n) v(er)antwerde(n) dede seggen en(de) p(rese)nteerde/ te thoene(n) dat de voirs(creven) pet(er) de voirs(creven) drie mudde corens geloeft/ hadde sond(er) e(n)nige goede d(air) voe(r) te v(er)binden en(de) dat de selve pet(er)/ dov(er)geven vande(n) goede(n) sijne(n) voirs(creven) soene gedaen hadde onlanx/ leden en(de) na den voirs(creven) beleide Was gewijst met desen/ worden na aensprake en(de) v(er)antwerden en(de) thonisse datmen den/ voirs(creven) henricke vande(n) voirs(creven) goede(n) houden sal in sijne(n) beleide/ en(de) heeft vrancke sijne(n) vad(er) van e(n)nigen toeseggen oft geluften/ te volgen dat hij dat doe en(de) met rechte p(rese)nt(ibus) rijke/ witte ov(er)wynge vynckenbosch lynt(er) iu(n)iore junii p(ri)ma