SAL7339, Akte: V°272.1-R°273.1 (333 van 450)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°272.1-R°273.1  
Act
Datum: 1445-03-13

Transcriptie

2019-10-12 door Jos Jonckheer
Het sijn comen te rechte inde banc te loven(e) lodewijc van/
gipplen geheten van montengniez alse he(re) vand(er) wastinen in deen/
zijde en(de) claes vanden huffle die geleit es totden goeden/
oede wilen goutiers van heddengnez in dande(re) ald(air) de voirs(creven)/
lodewijc geloven(de) voir trecht dat de voirs(creven) claes aen hen/
alse he(re) vand(er) wastine(n) vander saken na bescr(even) met eenen/
gedinge soude gestaen aensprac den selve(n) clase seggen(de)/
dat hij de heerlich(eit) vand(er) wastine(n) beyde hoge en(de) lege/
totden live hem toebehoirde en(de) dat hij onder den ande(re)n/
van sijnre heerlich(eit) wegen sculdich wa(r)e te hebben alle/
goede beyde have en(de) erve bliven(de) na bastarde sonder/
wettich oer stervende Seyde voirt de selve lodewijc/
dat willem en(de) marie parijs de goede h(ier) na bescreve(n) besaten/
en(de) dat z alse hue(r) erve en(de) dat zij dair uut wa(r)en/
gestorven alse bastarde sond(er) wettich oer van hen te laten d(airaen)/
[hij hen wairh(eit) v(er)mat] mids den welken hij hoepte dat de selve goede hen/
toebehoerde Dair tegen de voirs(creven) claes hem v(er)antw(erde)/
seyde dat de voirs(creven) lod(ewijc) sijn v(er)met ne(m)mermeer thoenen en soud(e)/
mair het wair waer dat de voirs(creven) oede van heddeng(nez)/
de voirs(creven) goede besatt alse hue(r) erve en(de) d(air) uut starf als/
uut hue(re)n erve Seyde voirt de selve claes dat de/
selve goede hem en(de) sijne(n) beleide sculdich wa(r)en te volgen/
en(de) sund(er)linge mids dien dat inden scoutbrief d(air) uut tselve beleit/
wa(r)e geschiet bevorw(er)t stont dat op hem op dat hij lanxt leef(de)/
de voirs(creven) goede sculdich wa(r)en te bliven welke poenten de vo(irscreven)/
claes boet te thoene(n) hopen(de) dat hem en(de) sijne(n) beleide de sel(ve)/
goede volgen soude D(air) op de scepen(en) gemaent wijsden beyde/
p(ar)tien tot hue(re)n bethoene Ten dage van thoene(n) thoende de/
voirs(creven) lodewijc dat hij hee(re) vander wastijne(n) was totten leve(re)n?/
vanden live thoende de selve metden scepen(en) ald(air) dat de/
voirs(creven) lod(ewijc) uut machte van sijnre heerlich(eit) sculdich wa(r)e te/
hebben de havelike goede(n) bliven(de) na bastaert sond(er) wettich
//
oer ond(er) hem stervende mair vand(er) erflich(eit) en hadden zijs niet/
gesien noch en wisten des niet Na desen alse de voirs(creven)/
lod(ewijc) thoene(n) woude dat de voirs(creven) twee bastarde tvoirscr(even)/
erve besaten droegen de getuygen dat zijt den selven/
natuerliken kinde(re)n hadden zien houden mair oft hue(r) erve/
was oft neen d(air) af en wisten zij niet Dit gedaen thoende/
claes met zeke(re)n hofbrieve(n) die bijden scepen(en) vand(er) banc/
geco(n)s(er)veert worden dat de voirs(creven) oede de voirs(creven) goeden/
gecregen hadde die besat alse hue(r) erve d(air) uut starf/
als uut hue(re)n erve en(de) dat zij in hue(re)n leven(en) dien/
mechtich was te becu(m)me(re)n Voirt dede de voirs(creven) claes/
lesen den voirs(creven) schoutbr(ief) met sijne(n) beleide d(air) inne ope(n)bairl(ijc)/
v(er)claert stont oft willem parijs voirs(creven) voir deen helicht marie/
sijn suster en(de) claes vande(n) huffle voirg(enoemt) voir dande(r) helicht dat/
dan de goede op de lanxste leven(de) van hen soude(n) comen/
alsoe dat de thonissen van beyde(n) voirs(creven) p(ar)tien aengehoirt de/
scepen(en) van loven(e) gemaent vande(n) meye(r) wijsden voir een/
vo(n)nisse datmen den voirs(creven) clase vanden nabescreve(n) goeden/
houde(n) soude inde macht van sijne(n) voirs(creven) bel(eide) alsoe v(er)re/
dat voe(r) scepen(en) comen wa(r)e p(rese)nt(ibus) pynnoc witte ov(er)wynge/
vynck(enbosch) lyntre iu(n)ior m(ar)cii xiii
Nagekeken doorWalter Winnelinckx
ModeratorWalter Winnelinckx
Laatste update:: 2016-11-17 door Jos Jonckheer