SAL7342, Akte: R°15.1-V°15.1 (19 van 649)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°15.1-V°15.1  
Act
Datum: 1447-07-08

Transcriptie

2021-03-02 door Pieter Soetewey
Cont zij allen lieden dat henric cadot in deen zijde en(de) andrie(s)/
mansnijde(r) in dande(re) sijn comen voir scepen(en) van loven(e) en(de) sijn eens/
worden en(de) hebben malcande(re)n geloeft en(de) toegeseeght der poenten/
en(de) conditien h(ier) na bescreve(n) Inden yersten heeft geloeft de voirs(creven)/
henric van wegen jans lanckart soen claes wilen lanckart te geve(n)/
en(de) te bewisen in huwerliker vorwerden [andriesse de(n) nausnyde(re)] met lijsbetten nausnyde(re) doch(ter)/
des voirs(creven) andries en(de) toecomen(de) wijf des voirg(enoemde) jans thien mudde/
corens der maten van loven(en) erfpachts tusschen dit en(de) bamisse naest/
comen(de) bynnen der palen van brabant [gelege(n) op goede pande te bewise(n)] met alsulker condicien dat/
staphans na dat de voirs(creven) huwelijc metder heyliger kerck(en)/
volcomen sijn sal de selve jan en(de) lijsbeth de helicht vande(r)/
voirs(creven) thien mudde ten neesten s(en)[te] andr(ies) misse hebben ende/
gebruycken selen na hue(re)n gelueften En(de) oft geviele dat/
de voirs(creven) jan voir de voirs(creven) lijsbetten aflivich worde sond(er) e(n)nige/
gebuerte na hem te h van hue(re)n live te laten dat dan de/
voirs(creven) lijsbeth hue(re) leefdach lang de voirs(creven) thien mudde heffen/
en(de) boe(re)n sal en(de) niet langer Es oic ond(er)sproken en(de) bevorw(ert)/
dat dande(r) vijf mudden vanden thiene(n) mudde(n) voirs(creven) vallen sal/
en(de) inne gaen ten neesten s(en)[te] andr(ies) misse na de doot des/
voirs(creven) henricx en(de) niet eer It(em) heeft hij noch gegeve(n)/
den voirs(creven) ja(n)ne in ond(er)sta(n)ne? vand(er) voirs(creven) huweliker vorw(er)den/
de helicht van ene(n) huyse en(de) hove met sijnre toebeh(oerten)/
gelegen inde cattestrate tusschen de goede(n) goerts roelofs/
en(de) der jouffr(ouwe) vande(n) huffle staphans na de doot des/
voirs(creven) henrix en(de) niet eer te gebruycken en(de) te possesse(re)n/
Voertaen heeft de selve henric noch gegeve(n) in huwelik(er)/
vorw(er)den met ja(n)ne sijne(n) neve soen ter stont na dat/
de huwelijc metd(er) heylig(en) kercken volbracht sal sijn/
vijf mudde corens eens en(de) hond(er)t scapen met welken/
corens en(de) scapen voirg(enoemt) de voirs(creven) toecomen(de) gehuysschen/
hue(r) p(ro)fijt doen selen mogen Desgelijcx heeft/
de voirs(creven) andr(ies) geloeft en(de) toegeseeght me te geve(n)/
in huwelik(er) vorwerden met lijsbetten sijnre docht(er) toecom(ende)/
wijf des voirg(enoemde) jans lanckarts den voirs(creven) henricke/
cadot tot behoef des voirs(creven) jans de so(m)me van hond(er)t/
pet(er)s eens tusschen dit en(de) bamisse neestcomen(de) metten welk(en)
//
men erfrente(n) copen sal die de selve toecomen(de) gehuyssche(n) ter stont/
het zij tvoirs(creven) gelt [als dat vallen sal] oft de rente d(aer) voe(r) aenveerden selen mogen/
en(de) die gebruycken en(de) possesse(re)n op de condicie h(ier) na bescr(even)/
Te weten inden gevalle oft de voirs(creven) lijsbeth aflivich worde/
voir den voirs(creven) janne hue(re)n toecomen(de) man sond(er) e(n)nige geboirte/
van huer te hebben dat dan de voirs(creven) jan inde voirs(creven) erfre(n)te/
sijn tocht hebben sal alsoe lange als hij h leeft en(de) niet/
langer en(de) na de doot van hem selen de selve rente/
gaen d(aer) zij na den rechte sculd(ich) sijn te gaen o(mn)i p(rese)nt(ibus)/
abs(oloens) lynden jul(ii) viii
Nagekeken doorLieve Van Hoestenberghe , Inge Moris
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2015-08-19 door Agata Dierick