SAL7347, Akte: R°157.1-V°157.1 (276 van 745)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°157.1-V°157.1  
Act
Datum: 1453-11-23

Transcriptie

 door 
Wij jan de witte sone wilen vranx en(de) lodewijc vanden meersberge/
scepen(en) te loven(en) doen cont allen lieden dat willem vanden borchove(n)/
in deen zijde en(de) meester wouter vanden borchoven zijn brued(er) in/
dande(re) met malcande(re)n eensworden en(de) overcomen zijn vanden stoote/
die sij underlinghen hadden o(m)me der goeden wille gebleven nade/
doot wilen jouffr(ouwe) katlijnen vanden borchoven [huerder zuster] die wijf was vranx/
wilen oliviers opde voeghe en(de) manie(re) hier nae v(er)claert Te/
weten dat de vors(creven) willem vand(en) borchoven voer hem zijnen/
erven en(de) nacomelingen met sulken bescheide als hij daer toe/
heeft sond(er) wederseggen des vors(creven) meest(er) wout(er)s oft zijnd(er)/
nacomelingen zal bliven gebruyken(e) en(de) besitten(e) [tot ewelike(n) dagen] alle de omberuerlike/
goede die de vors(creven) jouffr(ouw) katlijne wilen te houden en(de) te/
besitten plach so waer die gelegen zijn Voer de welke/
hij den vors(creven) meester woute(re)n jaerlix zijnen leefdach lanc/
due(re)nde gheven en(de) betalen zal acht sacken corens der maten van loven(en) te weten(e) sesse halster voer elcken sack/
gerekent ts(in)t andries messe apostels te betalen en(de) te loven(en)/
te leve(re)n dyerste betalinghe van vier sacken der/
vors(creven) acht sacken corens ten yersten sinte andries messe/
na de doot des selfs willems vand(en) borchove(n) [inne te gaen] en(de) niet/
meer Van welker lijftocht de vors(creven) willem den vors(creve) meest(er)/
woute(re)n zijne(n) brued(er) ter vestich(eit) met jouffr(ouwe) katlijnen zijnen/
wijne en(de) loeflove [roelove] van berthem hue(re)rs [beyden] behouwede sone scepen(en)/
brieve van loven(en) maken zal dair inne v(er)sien sal wezen/
oft de vors(creven) willem oft roelof aflivich wordde(n) dat de/
lanxste leven(de) van hen altoes gehouden zijn sal ter manissen/
van meester woute(re)n vors(creven) in die stat eenen also goeden borge/
te setten dair hij mede wel v(er)waert sal [moegen] wezen Bij also/
oft men bevonde dat de vors(creven) goede hoeger gedroegen dan/
inder weerden van twintich sacken corens tsjaers erflic/
boven alle last en(de) comer dat van dien surplus die vors(creven)/
meester wouter soude bliven [vanden voirs(creven) goeden] desen niet tegenstaende op zijn/
beloep van rechte Met condicien hier inne ond(er)sproken/
oft de vors(creven) meester wout(er) te houwelic thoghe dat hij dan/
in des vors(creven) is niet gehouden en souden wezen [m(air) soude al des vors(creven) steet te nyeute sijn] Vort es vor/
weerde dat de vors(creven) meester wouter zijn vors(creven) vier sacken rox/
corens sijns brued(er)s leefdaghe vors(creven) geboe(re)nde ts(int) andries
//
messe apostels naestcomen(de) begynnen te heffen en(de) dan sal/
hem de voirs(creven) willem zijn brueder noch gheven voer tghene/
des van vorleden(en) jae(re)n den vors(creven) meester wout(re)n verschenen macht/
zijn twee sacken corens inder maten voirs(creven) Vort es vorw(er)de/
dat de vors(creven) meester wouter tot eeuwege(n) dagen voer hem/
en(de) sijnen nacomelingen sond(er) wed(er)spreken des vors(creven) willems/
oft sijnd(er) nacomelingen behu behouden sal de twee guld(en)/
cronen vrancrijcsche [erflic] diemen heffen(de) is op thuys en(de) hof met/
sijnen toebehoerten jans van rubbecheal gelegen inde/
cattestrate aldair naest jans huys vanden borchove(n)/
en(de) dair o(m)me ter ande(re) zijden sal de vors(creven) meest(er) wouter/
tot euwegen dagen voir hem en(de) zijn nacomelinghe/
sculdich sijn van weerden te houden tvercoepen dat/
de vors(creven) willem zijn brueder voermaels gedaen heeft/
van dien vier mudd(en) rox die jan [vranc] vand(en) poele te betalen plach/
sond(er) dat hij [de voirs(creven) meester wout(er)] hem e(m)mermeer dair toe recht sal [moegen] v(er)meten dit/
geschiede xxiii dage in nove(m)bri
Nagekeken door
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2016-02-17 door kristiaan magnus