SAL7347, Akte: R°159.1 (284 van 745)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°159.1  
Act
Datum: 1453-11-22

Transcriptie

2017-11-16 door Magda Van Winkel
Tvo(n)nisse vande(n) gedinge dat gehange(n) heeft voir meye(r) en(de) scepen(en)/
van loeven(en) tussce(n) henr(icke) coulon in deen zijde ende gielise va(n) udeke(m)/
voirsprek(er) in dande(r) alse va(n) drie pet(er)s die de voirs(creven) henr(ic) ontf(angen)/
soude hebben va(n) willem(me) goffart en(de) die voirt gelooft de(n) voirs(creven) gielise/
te betalen gelijc hij dat boot te thoene(n) Dair op de voirs(creven) henric/
dede seggen dat hij gielise noyt gelooft en hadde d(aer) af enige/
betalinge te doene en(de) dat hij dat ne(m)m(er)meer thoene(n) en soude En(de)/
want de(n) voirs(creven) gielise ov(er)midts dat hij vast vele dage va(n) thoen(en)/
genome(n) hadde en(de) niet en thoende gewijst is bij vo(n)nisse eene(n)/
zekere(n) dach dat hij sij(n) thoenisse bringe(n) en(de) leyde(n) soude also/
hij he(m) v(er)mete(n) hadde oft de voirs(creven) henr(ic) soude d(er) aensprake(n)/
ongehoude(n) zijn tot welke(n) dage dair toe gesedt noch bij/
vele verstreken(en) daghe(n) de voirs(creven) gielijs niet gethoent en/
heeft Es gewijst met dese(n) woerden t(er) manisse(n) smeyers wair/
de voirs(creven) gielijs ten opstaen smeyers en(de) scepen(en) niet en thoende/
also hij he(n) v(er)mete(n) hadde dat de voirs(creven) henr(ic) vand(er) aensprake(n)/
ongehoude(n) zijn soude cor(am) o(mn)ib(us) ex(cep)[t(o)] abs(oloens) abs(oloens) no(vem)[b(ris)] xxii
Nagekeken doorKristiaan Magnus
ModeratorKristiaan Magnus
Laatste update:: 2016-02-17 door kristiaan magnus