Also als her robbeert lonijs prieste(r) cureyt van cortenaken voe(r) den raide vand(er)/ stat ontbooden heeft jouffr(ouwe) katlijnen van berthem sijnder moeder weduwe/ jans wilen lonijs voe(r) drie silve(r) scalen die de vors(creven) h(er) robbert seyde dat/ hem de vors(creven) sijn moede(r) voerhielt die hem nochtan alsoe hij seyde gegeve(n)/ wae(re)n van sijnen vader ter offeranden opden outaer te sijnder yersten messen getekent/ met eend(er) r de welke de vors(creven) h(er) robbeert vand(er) selv(er) sijnd(er) moeder begeerde ov(er) te/ hebben oft dat de selve sijn moed(er) d(aer) af gecrigen soude sijnen moet Op dwelc de selve/ sijn moed(er) en(de) met hue(r) e(n)nige va(n) hue(re)n kinde(re)n hen v(er)antweerden(de) kynden genoech/ dat de vors(creven) scalen hem also opden vors(creven) outaer tsijnd(er) offera(n)den va(n) sijne(n) vad(er) wae(re)n/ gegeven maer hij hoepte dat sij hue(r) gebruyc nochtan hue(r) leefdage dair af/ soude hebben bij seke(re)n (con)dicie(n) die si seyde dat dair af namaels wae(re)n [gesciet] Oic seyde/ sij dat se v(er)sedt stonden voe(r) xii guld(en) pet(er)s inden handen vand(en) testamenteurs/ wilen katlijnen beelen maer daer uut soudese die lossen also sij yerst soude moge(n)/ met meer reden(en) hier toegeseeght So wert hier op get(er)mineert en(de)/ geconsenteert bijden raide vand(er) stat dat de vors(creven) h(er) robbeergt robbeert/ de voirs(creven) scalen uuten handen vand(en) vors(creven) testamenteurde(re)n soude moghen/ lossen alst hem geliefde en(de) dat de vors(creven) testamenteurde(re)n die ov(er)geve(n)/ soude(n) den vors(creven) h(er) robbeerde Op alsoe hadden dae(re)nteynden p(ar)tien
//
malcande(re)n yet te eysschen te weten(e) de vors(creven) moed(er) den vors(creven)/ h(er) robbeerde vand(en) gebruyke vand(en) scalen en(de) de sone der/ moeder vand(en) xii pet(er)s die daer op ontleent wae(re)n yet/ aentespreken dat sij dat doen soud(en) mogen met rechte/ p(rese)ntib(us) kersmake(re) willem(air) burg(imagist)[ris] et plurib(us) aliis de (con)silio/ aug(usti) xix