SAL7348, Akte: R°114.5-V°114.1 (203 van 661)
Akte R°114.5-V°114.1
Act
Datum: 1454-10-15
Transcriptie
2018-12-28 door Jan BoncquetItem wouter van quaderebbe na(tuer)lec in jegewoirdich(eit) der scepen(en)/
va(n) loven(en) heeft oppenbairlijc als momboir sijns wijfs jouffr(ouwe)/
johanne(n) va(n) hoelaer weduwe henricx wijle(n) va(n) delbroeck tot/
orbe(r) en(de) behoef va(n) huer en(de) va(n) hue(re)n wettige(n) kijnde(re)n diese/
heeft vand(en) voirs(creven) wijle(n) henr(ic) sijn consent en(de) wille daer/
toe gedragen en(de) gegeve(n) dat de voirs(creven) jouffr(ouw) zijn wijf alleen/
oft mette(n) selve(n) hue(re)n kinde(re)n v(er)thie(re)n v(er)ande(re)n v(er)coepe(n) v(er)setten/
v(er)pachte(n) en(de) v(er)handele(n) sal moegen teene(n) oft te meer male(n)
//
alle huer en(de) der voirs(creven) huerd(er) kind(er) goede alsoe waele/ die come(n) zijn van huerder als van huers voirs(creven) wijle(n)/ mans wegen gelufte(n) dair af te doen die slaen sullen/ op de selve goede en(de) niet voirder en(de) van dien voirt/ meer te doene des de voirs(creven) jouffr(ouw) van dien goeden/ mette(n) voirs(creven) hue(re)n man oft hij telker tijt voe(r) oegen/ wae(r) doen soude moege(n) geloven(de) dat bij huer alsoe/ gedaen sal worden goet vast en(de) van werden te houd(en)/ tot eewigen dagen sond(er) daer jegen te come(n) oft te/ doene met e(n)nige(n) rechte gheestelijc oft werlijc bij he(m)/ selve(n) oft bij yemande anders van sijne(n) wegen in/ gheend(er)wijs act(um) p(rese)nt(ibus) kers(makere) abs(oloens) velde m(er)cels oct(obris) xv
//
alle huer en(de) der voirs(creven) huerd(er) kind(er) goede alsoe waele/ die come(n) zijn van huerder als van huers voirs(creven) wijle(n)/ mans wegen gelufte(n) dair af te doen die slaen sullen/ op de selve goede en(de) niet voirder en(de) van dien voirt/ meer te doene des de voirs(creven) jouffr(ouw) van dien goeden/ mette(n) voirs(creven) hue(re)n man oft hij telker tijt voe(r) oegen/ wae(r) doen soude moege(n) geloven(de) dat bij huer alsoe/ gedaen sal worden goet vast en(de) van werden te houd(en)/ tot eewigen dagen sond(er) daer jegen te come(n) oft te/ doene met e(n)nige(n) rechte gheestelijc oft werlijc bij he(m)/ selve(n) oft bij yemande anders van sijne(n) wegen in/ gheend(er)wijs act(um) p(rese)nt(ibus) kers(makere) abs(oloens) velde m(er)cels oct(obris) xv
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2016-10-19 door Xavier Delacourt