Item want henric maesmans sone wilen gorts op heden hadde doen/ innescriven als geleit naden rechte d(er) stat van loven(e) tot allen den/ goeden have en(de) erve amelrijcx boote jannesse van mercht(ene)n/ die vanden selven goeden gepant hadde een sausier en(de) alle/ dande(re) in rastemente doen doen Aldaer de selve jannes/ niet comen en is so hebben de vo(n)nissen d(er) he(re)n scep(enen)/ van loven(e) gewesen datmen den vors(creven) henr(icke) houden sal/ inde macht van zijnen vors(creven) beleide d(er) vors(creven) goede so v(er)re/ dat voe(r) hen comen is p(rese)ntib(us) kersmake(re) roel(ofs) velde pryke(re)/ m(ar)cii xviii