SAL7348, Akte: V°66.2-V°67.1 (117 van 661)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°66.2-V°67.1  
Act
Datum: 1454-08-20

Transcriptie

2018-07-17 door Jan Boncquet
Wij claes de kersmake(re) en(de) lodewijc roelofs scepen(en) te loeven(en) doen cont eene(n)yegelijke(n)/
alsoe als onlanx voerlede(n) zeke(re) gescille(n) opv(er)staen en(de) gereese(n) wae(re)n tusscen/
vrouwe katlijne(n) van kersbeke weduwe h(ere)n gorts wijle(n) va(n) herduwemont he(r)/
van hoelne ridde(r) in deen zijde en(de) jan va(n) serain als man en(de) mo(m)boer jouffr(ouwe)/
katlijne(n) va(n) hoelne zijns wijfs dochte(r) he(re)n gh goerts wijle(n) en(de) vrouwen/
katlijne(n) voirs(creven) in dande(re) om d(er) goeden wille die de voirs(creven) wijlen her goert/
en(de) vrouwe katlijne tsamen te besitten plagen alsoe wale beruerlijc als/
omberuerlijc vanden testame(n)te des voirs(creven) wijle(n) he(re)n gorts en(de) oic d(er) duwar(ien)/
d(er) voirs(creven) weduwen huer met scepen(en) brieve(n) va(n) loeven(en) gevesticht en(de) des zij desen/
aencleven(de) deen totten ande(re)n te seggen mochte(n) hebben d(aer) af de (con)cordie ende/
appointeme(n)ten voir scepen(en) van loeven(en) naemaels w(er)dden gemaect en(de) bijden/
voirs(creven) p(ar)tijen aengegaen in sulker mate(n) als scepen(en) brieve(n) va(n) loeven(en) vand(en) daet/
xiiii[c] liii vii dage in septembri volcomelijc uutwijsen En(de) naemaels tusscen/
de selve p(ar)tijen wed(er)om stoot es gevalle(n) om dat zij dinhout vand(en) selv(en) (con)cordie(n)
//
niet ghelijcklijc en v(er)stonden oft dat oic deen p(ar)tije d(er) ande(r) uut ocsuyne/
van dier voird(er) woude lasten dan de selve meynde dat behoirde/
Soe eest dat opten dach datu(m) van desen come(n) zijn voer ons de voirs(creven) p(ar)tije(n)/
die int vercle(re)n vand(en) voirst(er) co(n)cordien en(de) die approberen(de) bij ond(er)wijse vanden/
raide vand(en) stad aengegaen zijn met melc malcande(re)n en(de) oic gelooft hebben/
deen den ande(re)n de poente hier nae v(er)cleert ies [te houden en(de) te voldoene] ierst want zij mits den/
begrype d(er) voirs(creven) vorst(er) (con)cordien geslicht wae(re)n vanden brieve(n) den goede(n)/
va(n) ha(n)nuyt toebehoiren(de) in sulk(er) mate(n) dat de voirs(creven) vrouwe alle de erfbrieve/
totte(n) goeden va(n) ha(n)nuyt behoiren(de) de(n) voirs(creven) ja(n)ne en(de) zijne(n) wijve ov(er)geven soude/
tot hue(re)r eedt en(de) de voirs(creven) jan die een groot deel vand(en) selve(n) brieve(n) hadde/
ontfange(n) hem noch beclaechde dat hij niet en hadde t(con)tulit van scepen(en) brieve(n)/
van loeven(en) d(aer)mede de(n) voirs(creven) wijle(n) her goerde zijne(n) zweer oft den zijne(n)/
den gront d(er) goede [va(n) ha(n)nut] ov(er)gegeve(n) wae(re)n t(er) tijt als hij d(er) voirs(creven) vrouwe katlijne(n)/
duwairde opde waelgulde vand(en) selv(en) duwarie(n) Soe heeft de voirs(creven) vrouwe/
ov(er)gegeve(n) gelooft en(de) gewillecoert tselve (con)tulit de(n) voirs(creven) ja(n)ne en(de) zijne(n) wijve/
t(er) stont ov(er)tegeve(n) voert want de voirs(creven) p(ar)tije(n) gescille hadden vand(en) beden d(er)/
goede voirs(creven) Soe es tussce(n) hen hier af gecleert dat deen des anders bede/
niet betalen en sal mer dat elc van zijnd(er) porcien bede betale(n) sal oft hem/
d(aer) af ontwercken mits d(er) instructien bijde(n) staten vanden lande opde bede/
begreepen d(aer) en(de) alsoe dat behoirt Voert heeft de voirs(creven) jan geconsenteert/
geloeft en(de) ov(er)gegeve(n) d(er) voirs(creven) zijnd(er) zweg(er) huer leefdage huer va(n) hue(re)n/
vii [vii] mudde(n) cor(ens) diese in hue(re)n weduwe(n) stoele vand(en) goede(n) va(n) ha(n)nuyt/
afgeq(uij)t heeft te betale(n) en(de) te v(er)nuege(n) nae begryp vand(en) vorste(n) appointeme(n)te/
wel en(de) dueghdelijc sond(er) huer d(aer) af op huer ond(er)pande bynne(n) hue(re)n/
leven(en) te moege(n) wijsen Ende al eest dat ja(n)ne van serain e(n)nige p(ro)ffijten/
vand(en) goeden bijden laten gelooft wae(re)n t(er)tijt vande(n) vorste(n) appointeme(n)te(n)/
en(de) hij bij dien en(de) den inhoude(n) vande(n) selve(n) appointeme(n)te me(n)d meynde dat/
he(m) dat volge(n) soude des hem soe geloeft was Soe heeft hij nochtan/
ge(con)senteert de selve p(ro)fijten d(er) voirs(creven) vrouwe(n) bloetlijc te volge(n) en(de) want/
de voirs(creven) p(ar)tijen noch stoot hadden om de manie(re) die billike(n) gehoude(n) soude w(er)den/
int aflegge(n) bide(n) [vanden] gedinge voe(r) her vrancken halfpont als proefst va(n) s(in)[te] m(er)tens/
te luydick hangen(de) Dair inne de voirs(creven) jan van serain scheen bereet/
te wesen van sijnd(er) sijden al te doene des recht soude wesen/
maer seide dat her wout(er) va(n) coursworm ridde(r) seke(re) costen/
vand(er) vors(creven) vruwen sijnd(er) sweger soude hebben soude hij sgedincs/
op hue(r) v(er)thiden Ende den raide vand(er) stat van loven(en) dese sake/
gehoert hebben(de) gedocht heeft dat behoefde [hier op] den vors(creven) he(re)n
//
arnde hier op te hoe(re)n en(de) opde sake voerd(er) te letten dair bij af/
p(ar)tien van niet v(er)enicht en mochten wordden maer hebben/
gekint in wedersijde en(de) hen dair inne ov(er)gegeven van/
desen tachtervolghen des de stat bevinden sal te desen va(n)/
rechts en(de) reden(en) wegen dienen(de) aug(usti) xx
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2016-10-19 door Xavier Delacourt