Tvo(n)nisse vand(en) gedinghe dat geweest heeft voir meye(r) en(de)/ scepen(en) van loven(en) tusschen henricke vand(er) eect inden name en(de)/ van weghen sijner wettig(en) kinde(re) die hij heeft van katlijne(n)/ vande(r) poele wilen sijne(r) wive in deen zijde en(de) janne van breetzijp/ die bij successie(n) van zijnen vorders na den rechte der stat van loven(en) geleit/ was tot den goeden jans wilen van breetzijp zijns oems die/ getruwet hadde lijsbetten wettige dochter gorts wilen he(re)n wouters/ in dande(r) alse van v(½) dach(mael) bosch gelegen te velthem dwelc de vors(creven)/ wilen gort als zijn erve te besitten plach en(de) na des selfs gorts doot/ bleeff en(de) v(er)sterff op opder vors(creven) lijsbetten en(de) gertruden zijnen wettigen/ dochte(re)n Es gewijst met desen worden dat de(n) vors(creven) ja(n)ne van breetzijp/ en(de) sijnen beleide en(de) zijnd(er) wed(er)p(ar)tien die goede dair de questie/ om es volgen sullen te gelike elcken dair aff deen helicht/ also v(er)re alst noch voir hen comen is p(rese)ntib(us) o(mn)ib(us) scabinis/ demptis smacht et hortbeke maii iiii[ta]