Item na dat (christ)ine van halle met gad(er)s janne vaes en(de) janne van/ halle die naden rechte d(er) stat van loven(en) geleit zijn totten goeden/ he(re)n jans wilen de rijke priest(er)s in deen zijde ende henric robbijns/ wettich man aliten sriken natuerlike dochter des vors(creven) he(re)n jans/ en(de) (christ)inen in dande(r) alderhande questie gehadt hebben voe(r) meye(r)/ en(de) scepen(en) van loven(en) alse vanden goeden die de vors(creven) henric vand(en)/ vors(creven) (christ)inen en(de) den geleiden eysschen(de) was uut ocsuyne van/ houweliker vorwerden en(de) anders Soe zijn de selve p(ar)tien/ bijden burg(er)meest(er) en(de) raide inden name vander stat v(er)lijct/ van hue(re)n gescillen opde vueghe hier na v(er)claert die zij/ in beyden zijden hebben ge(con)senteert en(de) geloeft tacht(er)volgen/ Inden yersten want de voirscreve(n) henric en(de) alijdt in houwelic/ tsamen niet en sitten dat de selve henric zijn vors(creven) wijf/ negheensins meshandelen noch oic der vors(creven) (christ)inen noch/ hue(r) goede het zij have oft erve aenverden [en sal] voerd(er) dan na/ verclaert staet tot d(er)re tijt toe dat hij [hen] beyden gelieven sal/ moetswillen te vergaerde(re)n Item dat de vors(creven) (christ)ine met/ hue(re)r vors(creven) dochter gehouden sullen wesen den vors(creven) henr(ic) jaerlix/ te betalen tsinte andries dage apostels alsulken drie mudden/ corens pacht en(de) mate van thinenen alse de vors(creven) wilen her jan/ hem in houwelike geloefde en(de) tot dien twee pet(er)s te/ xviii st(uvers) tstuc den vierden dach van meye(r) jaerlix En(de) oft/ zij des niet en daden hebben geloeft de vors(creven) jan vaes en(de) jan/ van halle dat zij metten beleide opde selve goede sonder/ hue(re)n cost behulp doen sullen om tot dier betalingen te/ geraken overgeven(de) de selve geleidde dat zij in (con)trarie(n)/ der houweliker vorweerden vors(creven) en(de) des vors(creven) h(er) jans testame(n)te/ niet wercken en zullen behouden desen tractate in zijnder/ macht En(de) oft zij opden tijt van nu e(n)nige gebrec aende/ goede hadden uutstaende oft namaels int voldoen van/ desen tractate en(de) dbescudden vand(en) vors(creven) goeden yet uutleiden/ dat zij dat d(air) aen sullen mogen neme(n) En(de) heeft hem/ de vors(creven) henric h(ier) inne ov(er)gegeve(n) oft hij hier tegen/ dade dat hij d(air) af soude staen t(er) correctien van des(er) stat/ Actum cor(am) roel(ofs) burg(imagist)[ro] jasp(ar) abs(oloen) scabino et aliis de (con)silio/ maii x quarta