Vande(r) stoete die ov(er) lang gestaen heeft tussce(n) meest(ere)n janne/ willa(m)me metgaders meest(er) henricke(n) zijne(n) brued(er) in deen zijde/ en(de) massar de warna(n)t als mo(m)boir zijns wijfs moed(er) d(er) voirs(creven)/ gebruede(re)n en(de) oic voir hem selve(n) als gel(eit) tot de(n) goede(n) des voirs(creven)/ meest(er) jans in dande(re) om der goede(n) wille die ware(n) wile(n) he(re)n/ jans willa(m)me deke(n) va(n) yncourt en(de) ande(re)n gebreken die de voirs(creven)/ p(ar)tie(n) tot malcande(re)n meyne(n) te hebben So hebbe(n) hen de voirs(creven)
//
p(ar)tien Te wete(n) de voirs(creven) meest(er) jan renu(n)cieren(de) (et)c(etera) voir he(m)/ selve(n) en(de) va(n) wege(n) des vors(creven) meest(er) henr(ix) zijns brued(er)s dien/ hij gelooft geeft te v(er)vange(n) also dat hij bynne(n) de(n) tide vand(er)/ submissie(n) de selve submissie oic vestigen sal en(de) de voirs(creven)/ massart v(er)bonde(n) in segg(er)s te wete(n) de voirs(creven) meest(er) jan/ in meest(er) ja(n)ne costechiree en(de) ar(nol)[d(e)] kyp sec(re)t(aris) en(de) de(n) voirs(creven)/ massard in meest(er) ja(n)ne va(n) wemeldinge(n) en(de) gerard van/ bauss(ele) sec(re)t(aris) in sulk(er) vuege(n) dat elc p(ar)tie zijne(n) eysch/ de(n) segge(r)s vand(er) wed(er)p(ar)tien ov(er)geve(n) sal binne(n) xiiii nachte(n)/ naestcomen(de) d(air) op elc v(er)antw(er)de(n) sal make(n) en(de) dat / insgelijcx ov(er)geve(n) binne(n) xiiii nachte(n) d(air)na Dwelc gesciet/ sele(n) de segg(er)s thoenisse(n) aenhoire(n) en(de) de sake eendrechtel(ijc)/ beslichte(n) binne(n) drie weke(n) d(air) na op dat zij co(m)me(n) oft/ binne(n) de(n) selve(n) tide de q(ue)stie ov(er)geve(n) voir scep(enen) van/ loeven(en) om die bij hen beslicht en(de) geordelt te werde(n)/ gelijc oft p(ar)tie(n) met rechte hadde(n) bedingt En(de) oft e(m)m(er)s/ p(ar)tie(n) segge(re)n gebrake (et)c(etera) p(ro)mitt(entes) ratu(m) En(de) hier op/ heeft de voirs(creven) meest(er) jan afgedaen en(de) gerenu(n)ciert/ va(n) alsulke(n) v(er)volge als hij jege(n) de(n) voirs(creven) massard/ tot luydic bego(n)ne(n) hadde en(de) oec va(n) alsulke(n) ma(n)deme(n)te/ als hij va(n) onse(n) gened(igen) hee(re) op de selve goede mach/ hebben v(er)worve(n) opp(endorp) couck(eroul) sept(embris) xix