Item peter van ghierle heeft mechtich gemaect gorde hanckart zond(er)/ e(n)nich wed(er)roepen alsulken vi crone(n) eens met cost en(de) co(m)mer d(aer) op geloopen/ als hem jacop van ve(re)noeden [cleermakere] sculdich is en(de) geconsenteert heeft voir quinte(n)/ cockeroul burg(er)meest(er) febr(uarii) x lestleden te heffen en(de) op te bue(re)n jairlix op en(de)/ va(n) alsulcken rijder erflic van dien ii rijders erflic die de selve jacop heeft/ met scep(enen) br(ieve) va(n) lov(en) op een huys en(de) hof mette(n) wynnen(de) lande diericx vand(er)/ horst gelege(n) inde dorpstrate buyten bynne(n) porte(n) d(aer) de selve dieric in/ woent Om dien rijd(er) te mane(n) teyssche(n) en(de) tontfange(n) om de(n) vors(creven) gorde zijn p(ro)ffijt/ d(aer)met te doen En(de) ofs noet zij te v(er)volge(n) en(de) allet ghene te doen dat/ de selve pet(er) mette(n) vors(creven) br(iev)[e] va(n) (con)sente die(n) hij de(n) vors(creven) gorde ge(con)sentert/ heeft te volge(n) [oft andersins] selve h(ier) inne doen soude moge(n) P(ro)mitt(entes) ratu(m) cor(am) cock(eroul)/ p(re)d(i)c(t)o aprilis p(ri)ma/