Item den vors(creven) brief es den vors(creven) janne en(de) zijnen wijve bekint tot dier/ meyni(n)ghen dat de vors(creven) gehuyssche dair mede hen behulpen/ sullen mogen om peyselijc te houden en(de) te besitten voir hen hue(re)n/ erven en(de) nacomelingen tgheene des hen van wegen d(er) vors(creven)/ gertrud(en) van hue(re)n ouders vors(creven) in heyliker vorweerden gelooft is/ gheweest Ende om he(n) dair mede te behulpen oft hen aende/ selve goede e(n)nich hynd(er) oft letsel weerde gedaen al na begrijp/ condicien en(de) vorweerden inden selven heylike voir he(re)n janne/ keghel priest(er) als notarijs en(de) zeke(re) notabele getuyghen/ geslooten en(de) gepasseert Met condicien dat de vors(creven) gehuyssche/ jan en(de) zijn wijf nade doot vanden lestleven(de) van hen ny(m)mermeer/ deylen en zullen gheen omberuerlike goede zij en zullen yerst/ werf inbringhen des zij van omberuerliken goeden metter vorscrevend(er)/ heylikervorweerden hebben gehadt oft hen aldair gelooft is eisd(em)