SAL7356, Akte: R°217.2-R°218.1 (416 van 455)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°217.2-R°218.1  
Act
Datum: 1463-05-12

Transcriptie

2018-09-21 door myriam bols
Cont zij allen lieden dat vanden stoote en(de) twedracht die geweest/
es tusschen gielise de roeve(re) ter eend(er) zijden ende daneele vand(er)/
wyen ledertuwe(r) ter ande(re) van eenen stuck hoofs vanden hove/
des vors(creven) daneels gelegen inde cleynstrate tusschen den hoof vorg(eruert)/
des selfs daneels op deen zijde den goeden jans de poirte(re) en(de)/
hubrechts vanden wouwe op dande(re) willem(me)s wilen van buetsele/
opde derde comen(de) met eene(n) hoeke omgaens den hove vors(creven)/
des vorg(enoemde) daneels totten mue(r) oft goeden van sinte loys/
aldair opde vierde dat de vors(creven) gielis voirmaels teghen den/
vors(creven) daneele gecreghen heeft en(de) bij hem gewarendeert wart/
opden vierdalven ryns gul(den) en(de) eenen capuyn erflijc gelijck/
de scepen(en) brieve van loven(en) vand(er) daet xiiii[c] lvi junii xxiii d(air)op/
gemaect uutwisen en(de) begripen Vie den vrede sculdich soude/
zijn te houden ende wie men den vors(creven) erfchijs va(n)den vors(creven)/
erve sculdich zoude zijn jairlix te betalen en(de) des dien/
aencleeft [sijn] beide de vors(creven) p(ar)tien bij middele van hue(re)n beid(er)/
maghe en(de) vriende eensworden en(de) veraccordeert zijn der/
pointe en(de) condicien hier na verclaert die zij malcande(re)n/
voir hen hue(re)n erven en(de) nacomelingen gelooft hebben te voldoene/
en(de) tonderhouden tot eeuweghen daghen Ende inden yersten/
es vorweerde dat de vors(creven) daneel ter stont den vrede tusschen
//
hem en(de) den vors(creven) gielise nade de palen dair nu staende behoirlijc sal/
vertraelgien met staken wel en(de) loflijc op zijnen st cost zonder/
argelist alsoe dat dair gheene houdere? doen dor gaen en mogen/
en(de) die(n) sal hij houden also tot eeuweghen daghen staende sonder/
e(n)nich leder dair op te mogen hanghen in e(n)niger manie(re)n Ende in/
meerder vesticheit den vors(creven) gielise vand(er) vors(creven) st traelgien oft/
vrede en(de) vanden houden(de) der selver te hebben heeft de vors(creven) daneel/
met consente des he(re)n vanden gronde tot eenen wetteliken onderpande/
gesedt een huys en(de) hoff met zijnen toebehoerten gelegen inde cleyn/
strata tusschen janne van maelcote opdeen zijde en(de) gielis vors(creven)/
op dandere van welcken onderpande de vors(creven) daneel gelooft heeft/
den vors(creven) gielis genoech te doen en(de) dien gewarendeert op drie/
ryns guld(en) erflic als voir alle den co(m)mer dair uitgaen(de) Item es/
vorweerde dat de vors(creven) daneel en(de) zijn nacomelinghe op dat/
hen gelieft voir de vors(creven) traelgie op sijn erve sullen mogen/
setten vorcken staken oft and(er) hout also vele als he(n) gelieft ende/
dair aen nychelen latten oft roeden om leder gelijc hen goet/
duncke(n) sal dair aen te hanghen seven voete hoghe vander/
eerden Ende ter ande(r) zijden es vorweerde en(de) heeft/
gelooft de vors(creven) gielis voir hem en(de) zijn nacomelinghe(n) den vors(creven)/
chijs [jairlix ten behoirliken tide] te dragen en(de) te betalen tTe weten(e) eenen ryns guld(en)/
d(air) af den cloester vanden p(re)dicke(re)n bynn eene(n) ryns gul(den) den cloest(er)/
vanden augustijnen bynne(n) loven(en) die zij van outs d(air) opt vors(creven)/
erve gehadt hebben en(de) tsurplus den ghenen dieme(n) dien/
sculdich is en(de) also den vors(creven) daneele en(de) zijn erve vors(creven)/
d(air) af tot eeuwegen daghen ontlasten en(de) quithouden also dat/
hem genoech zijn moghe Ende te meerder vestich(eit) den/
vors(creven) danneele van des vors(creven) is heeft de vors(creven) gielis tot eene(n)/
wettighen onderpande gesedt twee huysen met hue(re)n toebe/
hoerten en(de) den hof vors(creven) gelegen inde cleynstrate tusschen naest/
den goeden des vors(creven) daneels op deen zijde janne poirters/
en(de) hubrecht vanden wouwe op dand(er) jann en(de) willem(me) wilen/
van buetsele opde derde comen(de) met eene(n) hoeke tot aenden muer/
van sinte loys huyse ald(air) met co(n)sente tshe(re)n vanden gronde/
van welcken onderpande de vors(creven) gielis gelooft heeft genoech/
te doen en(de) dien gewarendeert op drie ryns guld(en) erflijc
//
als voir alle den co(m)mer en(de) last dair voir uutgaende also dat den vors(creven)/
daneele en(de) zijnen nacomelingen genoech zij en(de) mits desen/
sullen de vors(creven) p(ar)tien van malcande(re)n vand(en) erve vors(creven) verenicht en(de)/
beslicht bliven tot eeuwegen daghen cor(am) cock(eroul) ouderogge maii/
xii
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2016-05-03 door Jos Jonckheer