Item jan de mee woenen(de) te loven(en) ter eender en(de) (christ)ine(n) weduwe arnts/ wilen robbijns ter ande(r) [sijden] sijn voir hen hue(re)n erven en(de) nacomen/ veraccordeert en(de) eensworden vanden stoote die zij underlingen hadden/ om der iii mudden corens en(de) i halster erflic der mate(n) va(n) wave(r)/ van dien vi mudden [en(de) ii halste(re)n] corens erflic die de vors(creven) arnt wilen robbijns/ t(er) tijt dat hij leefde gecocht en(de) v(er)cregen hadde op div(er)se goede/ en(de) onderpande thomaes biesteal gelegen te courroit le grand/ en(de) d(air) omtrent die de selve arnt voir gebrec van/ betalingen uutgewonnen hadde met rechte Van welken vi mudd(en) en(de) ii halst(eren)/ corens namaels afgeleeght zijn geweest bijden vors(creven) thomase/ de vors(creven) iii mudde en(de) een halster welcke iii mudde en(de) een/ halster de selve thomaes vercocht heeft den vors(creven) janne de mee/ der pointe en(de) condicien hier na verclaert die zij malcande(re)n/ geloft hebben tot eeuwegen daigen tonderhouden Item inden/ yersten eest vorweerde dat de vors(creven) jan tusschen dit (e)nde/ ons(er) liev(er) vruwen dach nativit(as) naestcomen(de) der vors(creven) weduwen/ vanden vors(creven) iii mudden en(de) een halst(er) corens erflic inden hof
//
alsulken vestich(eit) en(de) guedinghe [en(de) warantscap] doen sal dat hair genoech sal wesen/ en(de) als dan der selver (christ)ine(n) overgheven alle scepen(en) brieve/ en(de) ande(r) munimente(n) die de selve jan vand(en) vors(creven) thomase/ en(de) and(er)s d(air) af heeft in e(n)niger manie(re)n Ende ter ander/ zijden heeft de vors(creven) (christ)ine toegeseeght en(de) gelooft ende met har/ jan hair sone p(ri)us emancip(atus) geloft den vors(creven) janne de mee/ xliii pet(er)s te xviii st(uvers) tstuc en(de) iii mudden corens d(er) mate(n) van/ wave(r) Te weten(e) xv pet(ers) d(air) af tons(er) liev(er) vruwen dage nativitas/ naestcomen(de) [oft xiiii nacht d(air) na ombegrepe(n)] xiiii pet(er)s en(de) ii mudden corens bynne(n) eene(n) jair d(air)/ na en(de) de leste xiiii pet(er)s en een mudde corens bynnen eene(n)/ jae(r) dat d(air) na vervolgen sal te betalen quolib(et) ass(ecutu)[m] Hebben/ vort geloft de vors(creven) moed(er) en(de) sone oft e(n)nich van hen aflivich/ wordde bynne(n) den voirs(creven) t(er)mijne(n) eene(n) goeden borghe voir des/ als dan ombetaelt sijn sal te setten Geloven(de) vort de selve jan de/ mee der vors(creven) (christ)ine(n) noch hae(r) erfgename(n) uut saken des vors(creven) steet/ ny(m)mermer aentespreken noch te vexere(n) bij he(m) selve(n) oft yeman(de) and(er)s/ in gheene(n) rechte (et)c(etera)