Item jacop truwant scrijnmake(r) ter eender en(de) roelof vanden huffle/ ter ande(re) zijn met malcande(re)n overcomen en(de) eensworden der ponten/ en(de) condicien hier na bescreve(n) die zij malcande(re)n geloft hebben tonderhoude(n)/ vanden stote die zij underlingen gehadt hebben om des huys en(de) hofs/ gelegen tegen sinte mychiels kerchof tusschen de ii huysen des vors(creven)/ roelofs in werdersijde Te weten(e) dats hem de vors(creven) roelofs rechts/ toe vermat Te weten(e) dat den selven roelofve also lange als hij/ leve(n) sal tselve huys metter toebehorte(n) als een tochtene(r) houden ende/ besitten sal en(de) de proffiten d(aer) af trecken behalve(n) dat dat na zijn/ doet den vors(creven) jacope en(de) zijne(n) nacomelinge(n) tot eeuwegen dage(n)/ volgen sal gelijc zijn deylbrieve d(aer) af gemaect voir scepen(en) van/ loven(en) vand(er) daet xiiii[c] xxvii januarii xx uutwisen en(de) begrype(n)/ Ende des sulle(n) des vors(creven) roelofs twee huysen mett(er) toebehoerten/ in wed(er)sijde vand(en) vors(creven) huyse liggen(de) also lange de vors(creven) roelofs/ leeft ongehoude(n) zijn en(de) blive(n) van alsulken mottoen te xiiii pl(a)c(ken)/ erflic als de selve jacop d(aer) op behielt gelijc de vors(creven) deylinge/ oic uutwijst en(de) niet langer roelofs nausnyd(ere) m(ar)tii vii