Item lucas van hese(n) sone laureys van heze woenen(de) te zichen(en)/ die met scepen(en) brieve(n) van zichen(en) sculdich is margrieten/ werdynne jans bone v r(ijnsch)guld(en) lijftochten staen(de) te hue(re)n live/ heeft gelooft den selven janne bone tusschen dit ende/ sint jansmesse baptisten naestcomen(de) na begrijp vand(en) vors(creven)/ scepen(en) brieve(n) tonderpande te setten goede zeke(r) erve gelege(n)/ te zichen(en) voir de lijfrenten vors(creven) die boven allen last wert/ sullen zijn x r(ijnsch)gul(den) erflic en(de) also vele te doen dat den vors(creven)/ ghehuyschen te weten(e) ten live d(er) vors(creven) m(ar)griete(n) zeke(r) sal/ wesen met condicien wart nochtan dat de vors(creven) lucas met/ janne van heze zijne(n) brueder bynne(n) desen middelen tijde de/ vors(creven) v r(ijnsch) gul(den) lijftochten voir scepen(en) va(n) lov(en) bekinde/ dat dan dese geloofte en(de) den vors(creven) scepen(en) br(ieve) va(n) sichen(en)/ vand(er) daet xiiii[c] xlvii xviii ap(ri)lis te nyeute sijn sullen/ roel(ofs) naus(nijdere) m(ar)tii xxiii