Ende aldus es de voirs(creven) daneel voirt comen voir scepen(en) van loeven(en)/ ende heeft van desen lesten pointe zijn uutsprake gedaen alse/ dat de vors(creven) jan hannarde v de hont den vors(creven) janne hannarde/ voir sijn bate dat hij alsoe vand(en) goede(n) gesceiden es gheven sal/ binne(n) xiiii nachte(n) naestcomen(de) tweelf rinsche guld(en) te xx stuv(er)s/ stuc dair hijter vijftich voe(r) geeyst hadde Met (con)dicien/ nochta(n) oft e(n)nige d(er) vors(creven) p(ar)tien h(ier) mede niet te vrede(n) sijn/ en woude soe sette hij als nu de sake van hem in handen/ vand(en) scepen(en) van loeven(en) om d(aer) af een vo(n)nisse gehaelt te/ werdde(n) om den wijn cor(am) col(onia) naus(nijdere) ap(ri)lis penult(ima)