It(em) jan va(n) wynxele heeft gelooft h(er) jacop uute(n) lye(ming)[en] ridde(r) hond(er)t/ ende vive r(ijnse) g(ulden) te xx st(uvers) stuc te wete(n) de l r(ijnse) g(ulden) binne(n) i maent/ na kers(misse) naestcomen(de) en(de) dand(er) lv r(ijnse) g(ulden) va(n) lichtmisse d(air) na ov(er) een/ jaer te betale(n) q(uo)l(ibet) ass(ecutu)[m] En(de) des heeft gelooft de voirs(creven) h(er) jacop de(n)/ voirs(creven) janne met zijne(n) br(ieven) van xxxiiii r(ijnse) g(ulden) die hij eerflijc heeft/ op de goede h(ere)n wout(er)s wile(n) van nethen(en) ridd(er)s sonder des voirs(creven)/ h(er) jacops cost alle behulp en(de) bijstand te doene die hij sal conne(n) en(de) moege(n) dat de selve janne va(n) zijne(n) gebreke die hij heeft op de/ voirs(creven) goede v(er)nuecht en(de) geco(n)tenteert sal worde(n) cor(am) ker(smakere) willem(air)/ oct(obris) xx