It(em) den dach van rechte die op heden dyende inde banc voir meye(r) en(de) scepen(en)/ van loven(en) tusscen joese nijs alse ter eenre sijde(n) en(de) machiele eelwijts in/ dande(re) hebben de voirs(creven) p(ar)tien verlinct en(de) uutgestelt tot op van in dijssendage/ naistcomen(de) over viii daigen te mistide om alsdan te dyene(n) gelijc hij op heden/ gedient soude hebben cor(am) hoeven vync febr(uarii) vii a(nn)[o]