SAL7360, Akte: V°194.1 (424 van 660)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°194.1  
Act
Datum: 1467-04-14

Transcriptie

2019-02-12 door myriam bols
Item willem trabucquier drossete vanden lande van rotselair die opden dach/
van heden in handen jonch(e)r willems van merode overgegeve(n) heeft eene/
rekeninge gehanteekent bij gerarde van baussele secretaris vande(n) bewinde/
en(de) heffynge die hij gehadt heeft vanden goeden gerarts wilen vand(er) aa/
nu des vors(creven) jonch(e)rs en(de) zijnd(er) huysvruwen inden lande van mechelen gelegen/
om tgebrec va(n) betalingen van den xx r(inse) gul(den) lijfpensien die bertelmeeus/
trabucquir zijn brued(er) cranc van synne en(de) memorien opde vors(creven) goede/
heffende is In welcker rekeni(n)gen staet ond(er) den ande(re)n dat vanden/
vors(creven) onderpand(en) int jair van lxii gehaven souden hebben willem vand(en)/
dorpe meester willem scoenjans en(de) gielis van gottengiez elc xii r(inse) gul(den)/
te xx st(uvers) tstuc loopen(de) tsamen xxxvi r(inse) gul(den) Heeft gelooft dat hij bynnen/
vi weken naestcomen(de) den vors(creven) jonch(e)r willem(me) oft janne van opleeuwe/
in zijnen name leve(re)n sal en(de) doen hebben quitancie vand(en) vors(creven) drie p(er)sone/
vanden vors(creven) hue(re)n ontfange alsulke dat he(m) genoech zijn moge oft hem/
dair af inne staen Vort heeft gelooft de vors(creven) willem oft de vors(creven)/
jonch(e)r willem volcomentlic bewisen coste also dat den rechte genoech/
ware dat obeert wilen trabucquier zijn vader vanden bosschen/
den vors(creven) onderpanden toebehoe(re)nde yet gehaven hadde int jair/
xiiii[c] lvi dair tschijnt dat de vors(creven) jonch(e)r willem soude willen segge(n)/
dat de selve obeert van dien jare met willem(me) vanden dorpe en(de)/
gielise wilen vand(er) beke zeke(re) pe(n)ninge getogen hadde dat hij allet/
ghene dat de selve zijn vader also getogen hadde den selven/
jonch(e)r willem(me) opleggen en(de) betalen sal als verreicte schout oft/
cortten aende naeste toecomen(de) paye die den vors(creven) zijne(n) brueder/
aende vors(creven) goede vand(er) vors(creven) lijfpensien verschijnen sullen en(de)/
mits desen en(de) der so(m)men van c r(inse) gul(den) te xx st(uvers) tstuc in gereede(n)/
pe(n)ningen die de vors(creven) jonch(e)r willem den vors(creven) willem(me) trabucquir/
bewijst heeft aenden rentmeester van rotselair also de quitancie/
des selfs jonch(e)r willems die de vors(creven) willem trabucquier dair/
af heeft uutwijst Desgelijcx na der quitancien die de selve willem/
van allen achterstelle der vors(creven) lijfpensien op heden van wegen/
zijns brued(er)s den vors(creven) jonch(e)r willem(me) gegeven heeft sullen de/
vors(creven) ii p(ar)tien van malcande(re)n beslicht en(de) verenicht wezen/
van alle des zij tot den dage toe van heden deen tot den ande(re)n/
uut ocsuyne der vors(creven) saken te seggen mochten hebben mair/
oft den vors(creven) willem(me) trabuquier de vors(creven) c r(inse) gul(den) niet/
volgen en mochte(n) zoe sal de vors(creven) jonch(e)r willem gehoud(en)/
zijn den selven willem(me) selve dair af te voldoene zond(er)/
vertrec nausnid(ere) hoeven m(ar)cii vi
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2016-06-15 door Xavier Delacourt