SAL7360, Akte: V°233.2-R°234.1 (505 van 660)
Akte V°233.2-R°234.1
Act
Datum: 1467-04-09
Transcriptie
2019-05-03 door myriam bolsItem het zijn comen te rechte inde banc voir meye(r) en(de)/
scepen(en) van loven(en) mychiel fricx sone daneels fricx als/
aenleggere in deen zijde en(de) jan cousin verweerde(r) in/
dande(re) dair de vors(creven) mychiel den vors(creven) janne cousin/
aensprac seggen(de) dat hij met janne day en(de) coline laureys/
van pekeroul alle drie momboe(re)n vand(en) wettige(n) kinde(re)n/
mariens wilen van aken die zij hadde van janne wilen/
lodewijcx hue(re)n vorman die wijf was des voirs(creven) mych(iels) een/
seker tractaet gemaect hadde vand(en) vors(creven) kynde(re)n wegen/
Dair gesloten wert dat de vors(creven) mychiel den vors(creven) kynde(re)n/
voir allet ghene dat zij tot hem te seggen hadden uut/
saken vander heyliker vorwerden gemaect doen zij den vors(creven)/
mychiele nam oft andersins en(de) van allen den ghenen dat/
de selve mychiel en(de) de vors(creven) kynde(re) deen totten ande(re)n te/
seggen mochten hebben totten dage vanden vors(creven) tractate/
gheven en(de) betalen sal [soude] talder heylighe misse naestcomen(de)/
xlii pet(er)s te xviii st(uvers) tscuc Ende [dat] dair voir sal daneel/
fricx des vors(creven) mychiels zijns soens borge zijn [soude] en(de)/
de selve mychiel de zone sulle(n) geloven zijnen vad(er)/
vors(creven) tontheffen En(de) [seide vort] dat gevorweert was dat de vors(creven)/
momboe(re)n zouden geloven de vors(creven) so(m)me den vors(creven) kynde(re)n/
vort te keren ter selver kynde(re)n meesten proffijte en(de)/
oft e(n)nich vanden vors(creven) kynde(re)n aflivich wordd(en) dat tgedeelte/
vanden aflivigen vort versterven zoude op den ghenen/
dairt met rechte op sculdich wa(r)e te versterven En(de)/
dat [oic] vort was ondersproken dat de vors(creven) momboirs/
inden name der vors(creven) kynde(re)n doen zouden quitsceldinge
//
vanden vors(creven) tractate en(de) besorgen dat de vors(creven) mathijs metter/ vors(creven) heyliker vorweerden namaels niet en wordde gepraempt/ Dese pointe(n) boot de vors(creven) mychiel te thoenen met goeden ma(n)nen/ die over de vors(creven) vorweerde hadden geweest hopende/ oft hij de pointen gethoenen conste en(de) dat de vors(creven) verw(eer)de(r)/ ongesundert de vors(creven) vorweerden gelooft hadde tachtervolgen/ dat de vors(creven) jan cousin gehouden zijn soude die tachtervolgen/ zijn vesticheit te nemen en(de) betalinge als zijnen dach/ gevallen wa(r)e en(de) vorts quijtsceldinge en(de) vestich(eit) den/ vors(creven) mych(iele) vand(en) voirs(creven) kynde(re)n wegen te doen det hij hem/ getroeste totten recht Boodt vort te thoenen dat ind(er)/ selver vorweerd(en) de vors(creven) jan en(de) dande(re) momboe(re)n hadden/ toegeseeght dat de vors(creven) mych(iel) ongepraempt soude/ bliven van alsulken houte als hij vander vors(creven) kynde(re)/ erve mocht hebben gehouwen Opt dwelc de vors(creven)/ jan cousin hem verantwerden(de) ontkynde de voirs(creven) vorw(eer)de(n)/ en(de) [en] meynde niet dat hij dair voir gepraempt zoude/ worden noch dat de vors(creven) aenleggher zijn vermet/ my(m)mermeer gethoene(n) en zoude connen Hier op/ wert de vors(creven) aenlegge(r) ghewijst tot zijnen thoenesse/ en(de) ten daghe dair toe gestelt thoende de voirscr(even)/ aenlegge(r) volcomentlic zijn vermet alst voir in/ zijnder aenspraken verhaelt is uutgenomen/ vand(en) houte en thoende hij niet voird(er) dan dat zijten dair/ af los souden houden also v(er)re als zijs macht hadden Dair/ na de scepen(en) gemaent vand(en) meye(r) wijsden voir een/ vo(n)nisse na aensp(ra)ke verantweerd(en) van beide den p(ar)tien/ en(de) thoenisse des vors(creven) aenleggers dat p(ar)tien malcande(re)n/ voldoen zouden na dat de wairheit gedragen hadde/ cor(am) scabinis in scampno dempt(is) borch(oven) meld(er)t ap(ri)lis/ ix
//
vanden vors(creven) tractate en(de) besorgen dat de vors(creven) mathijs metter/ vors(creven) heyliker vorweerden namaels niet en wordde gepraempt/ Dese pointe(n) boot de vors(creven) mychiel te thoenen met goeden ma(n)nen/ die over de vors(creven) vorweerde hadden geweest hopende/ oft hij de pointen gethoenen conste en(de) dat de vors(creven) verw(eer)de(r)/ ongesundert de vors(creven) vorweerden gelooft hadde tachtervolgen/ dat de vors(creven) jan cousin gehouden zijn soude die tachtervolgen/ zijn vesticheit te nemen en(de) betalinge als zijnen dach/ gevallen wa(r)e en(de) vorts quijtsceldinge en(de) vestich(eit) den/ vors(creven) mych(iele) vand(en) voirs(creven) kynde(re)n wegen te doen det hij hem/ getroeste totten recht Boodt vort te thoenen dat ind(er)/ selver vorweerd(en) de vors(creven) jan en(de) dande(re) momboe(re)n hadden/ toegeseeght dat de vors(creven) mych(iel) ongepraempt soude/ bliven van alsulken houte als hij vander vors(creven) kynde(re)/ erve mocht hebben gehouwen Opt dwelc de vors(creven)/ jan cousin hem verantwerden(de) ontkynde de voirs(creven) vorw(eer)de(n)/ en(de) [en] meynde niet dat hij dair voir gepraempt zoude/ worden noch dat de vors(creven) aenleggher zijn vermet/ my(m)mermeer gethoene(n) en zoude connen Hier op/ wert de vors(creven) aenlegge(r) ghewijst tot zijnen thoenesse/ en(de) ten daghe dair toe gestelt thoende de voirscr(even)/ aenlegge(r) volcomentlic zijn vermet alst voir in/ zijnder aenspraken verhaelt is uutgenomen/ vand(en) houte en thoende hij niet voird(er) dan dat zijten dair/ af los souden houden also v(er)re als zijs macht hadden Dair/ na de scepen(en) gemaent vand(en) meye(r) wijsden voir een/ vo(n)nisse na aensp(ra)ke verantweerd(en) van beide den p(ar)tien/ en(de) thoenisse des vors(creven) aenleggers dat p(ar)tien malcande(re)n/ voldoen zouden na dat de wairheit gedragen hadde/ cor(am) scabinis in scampno dempt(is) borch(oven) meld(er)t ap(ri)lis/ ix
Nagekeken door: Mi-Je Van Gils
Moderator: Mi-Je Van Gils
Laatste update:: 2016-06-15 door Xavier Delacourt