SAL7361, Akte: R°110.4-V°110.1 (241 van 501)
Akte R°110.4-V°110.1
Act
Datum: 1467-12-22
Transcriptie
2019-08-05 door myriam bolsVander aensprake(n) die ghedaen heeft meester augustijn van nethen(en) op/
lambert cabaret wi(n)ne vanden hove vande(n) royele om te hebben(e) rekeni(n)ge/
ende bewijs van drie ja(re)n lestlede(n) vande(n) voirs(creven) goede(n) vand(en) royele die/
hij als wi(n)ne genome(n) hadde gelijck dat seke(re) scepen(en) brieve en(de) chyrograve/
vander wet van bossuyt vander daet xiiii[c] lxiiii xxvii daghe in april/
die hij int recht exhibeerde dat cleerlijck inhielde(n) ende begrepe(n) welke/
pechtinghe jairlijcx gedroech ter so(m)me(n) van xxiiii mudde(n) rocx ende thien/
mudde(n) terwe(n) elcx grains goet ende payabel pacht van bossuyt ende/
mate van loven(en) Bege(re)nde voirt oick betalinghe van ande(re)n greyne(n) als/
boene(n) erwete(n) raepsade ende dier gelijcke ende wes hij aende goede/
ghelechgt mocht hebbe(n) Item seyde voirt dat hoe wel dat eenighe/
rekeni(n)ghe tusschen hen geschiet mocht zijn dat de voirs(creven) wyn doen/
tachter bleef den pacht vande(n) jaire(n) van lxiiii lxv en(de) lxvi thien mudde/
ende thien mol(evaten) rocx ende dat de voirs(creven) win de voirs(creven) scult cortsweges
//
die alsoe sculdich te sijne ghekint ende gelijdt hadde Ende dat her jacop/ uuyten lyemi(n)ghen ridde(r) voir tgebreck van sijnen renten die hij hadde/ opde voirs(creven) goede vanden royele vanden jaire van lxiiii de voirs(creven) goede in/ hande(n) gehadt hadde ende dat dat alnoch buyte(n) rekeni(n)ghe bleven ware/ p(rese)nteren(de) alle pointen in faite gelegen te thoenen(e) (et)c(etera) Daer teghen de voirs(creven)/ lambeert dede segghe(n) dat hij de pechtinghe vanden voirs(creven) goede(n) kynde/ ghenome(n) te hebben teghen he(re)n woute(re)n vande(n) royele ridde(r) nae uuytwise(n)/ vanden voirs(creven) cyrograve eene(n) termijn van xii ja(r)en lanck d(air) af hij/ duegdelijck van ja(r)e te ja(r)e betalinghe ghedaen hadde ende oick rekeni(n)isse/ ende bewijssenisse vanden selve(n) ghetoesten opden elfsten dach van/ meerte int jair van lxvi lestleden ter p(rese)ncien vanden voirs(creven) meester/ augustine ende joffr(ouwe) vriendelijne(n) suster des voirs(creven) wile(n) he(re)n wout(er)s/ ende alsoe geslote(n) ende dat hij niet meer sculdich noch belanck/ end was noch en bleeff te dier tijt dan thien mudde t(er)we(n) thien/ mudde en(de) thien mol(evaten) rocx welke hij hem p(rese)nteerde op te legghen(e) en(de)/ te betalen(e) soe verre als hem tafslaghe come(n) mochte(n) de scade(n) ende/ laste(n) die hem tvolck van wapen(en) gedae(n) hadde int voirs(creven) hoff hopen(de)/ daer mede te gestane bieden(de) alle pointe(n) te thoenen(e) soe v(er)re hem/ die nootlijck wa(r)en ende behoefde(n) Is gewijst nae aensprake(n) v(er)antw(er)d(en)/ ende thoenisse van beyde(n) p(ar)tien dat de voirs(creven) lambert mett(er) p(rese)ntacie(n)/ vand(er) betalinge(n) va(n) thien mudde t(er)we(n) thien mudde en(de) thien mol(evaten)/ rocx gestae(n) sal In scampno p(rese)nt(ibus) scabinis dece(m)br(is) xxii
//
die alsoe sculdich te sijne ghekint ende gelijdt hadde Ende dat her jacop/ uuyten lyemi(n)ghen ridde(r) voir tgebreck van sijnen renten die hij hadde/ opde voirs(creven) goede vanden royele vanden jaire van lxiiii de voirs(creven) goede in/ hande(n) gehadt hadde ende dat dat alnoch buyte(n) rekeni(n)ghe bleven ware/ p(rese)nteren(de) alle pointen in faite gelegen te thoenen(e) (et)c(etera) Daer teghen de voirs(creven)/ lambeert dede segghe(n) dat hij de pechtinghe vanden voirs(creven) goede(n) kynde/ ghenome(n) te hebben teghen he(re)n woute(re)n vande(n) royele ridde(r) nae uuytwise(n)/ vanden voirs(creven) cyrograve eene(n) termijn van xii ja(r)en lanck d(air) af hij/ duegdelijck van ja(r)e te ja(r)e betalinghe ghedaen hadde ende oick rekeni(n)isse/ ende bewijssenisse vanden selve(n) ghetoesten opden elfsten dach van/ meerte int jair van lxvi lestleden ter p(rese)ncien vanden voirs(creven) meester/ augustine ende joffr(ouwe) vriendelijne(n) suster des voirs(creven) wile(n) he(re)n wout(er)s/ ende alsoe geslote(n) ende dat hij niet meer sculdich noch belanck/ end was noch en bleeff te dier tijt dan thien mudde t(er)we(n) thien/ mudde en(de) thien mol(evaten) rocx welke hij hem p(rese)nteerde op te legghen(e) en(de)/ te betalen(e) soe verre als hem tafslaghe come(n) mochte(n) de scade(n) ende/ laste(n) die hem tvolck van wapen(en) gedae(n) hadde int voirs(creven) hoff hopen(de)/ daer mede te gestane bieden(de) alle pointe(n) te thoenen(e) soe v(er)re hem/ die nootlijck wa(r)en ende behoefde(n) Is gewijst nae aensprake(n) v(er)antw(er)d(en)/ ende thoenisse van beyde(n) p(ar)tien dat de voirs(creven) lambert mett(er) p(rese)ntacie(n)/ vand(er) betalinge(n) va(n) thien mudde t(er)we(n) thien mudde en(de) thien mol(evaten)/ rocx gestae(n) sal In scampno p(rese)nt(ibus) scabinis dece(m)br(is) xxii
Nagekeken door: Mi-Je Van Gils
Moderator: Mi-Je Van Gils
Laatste update:: 2016-07-05 door Jos Jonckheer