Vanden gedinge dat gehange(n) heeft voir meye(r) en(de) scepen(en) van/ loeven(en) tusscen wout(er) jans sone van breda in deen zijde ende/ henricke stevens ende aerde coecx beyde van messelbroec/ in dande(re) ald(air) de voirs(creven) wout(er) hen aensprac va(n) eene(n)/ rijdre lijftochte(n) ten live van ii kijnde(re)n des voirs(creven) wout(er)s/ te weten(e) lijsb(eth) en(de) g(er)truden van d(er) date(n) ja(nuarii) xix a(nn)[o] l dair/ de voirs(creven) wout(er) zijn heffen inne hadde dair af de voirs(creven)/ wouter yesch bewijssenisse oft afgeleecht te hebbe(n) Dair/ op de selve art en(de) henric seyde(n) dat zij tot behoef des/ voirs(creven) wout(er)s tande(re)n tide(n) voir de voirs(creven) lijftocht in hande(n)/des richt(er)s inde banc te testelt in hande(n) des meyers/ tshe(re)n van ev(er)bode des omtrint xvi jair mach zijn gelede(n)/ opdroege(n) zeke(re) erfgoede en(de) in p(rese)ncie(n) vande(n) selve(n) woute(r)/ d(air) hij doen t(er) tijt mede te vreden was [In] welke goede de/ voirs(creven) meye(r) de(n) voirs(creven) woute(re)n ghichte(n) en(de) goede(n) soude soe/ wa(n)neer hij de voirs(creven) lijftochbr(ieve) ov(er)brachte dwelc hij/ alsoe aennam en(de) geloofde te doen na inhoude(n) des regist(er)s/ vand(er) date(n) voirs(creven) bieden(de) alle pointe(n) te thoene(n) en mette(n)/ mynste(n) te gestane Ten dage d(air) toe gestelt thoende(n) de(n)/ voirs(creven) henric en(de) aert alle poente(n) alsoe sij hen v(er)mete(n)/ hadden en(de) also waert gewijst bij de(n) he(re)n scepen(en) va(n)/ loeven(en) t(er) manissen smeyers dat de na aensprake/ v(er)antw(er)de(n) en(de) thoenisse der voirs(creven) henr(ix) en(de) aerts dat/ de voirs(creven) wout(er) jans sone metter [zijne(n) eyssche] bewijsseniss(en) voirs(creven)/ verdoolt ware cor(am) o(mn)ib(us) scab(inis) de(m)pto lye(ming)[en] dec(embris) q(ua)rta