SAL7361, Akte: V°206.2 (433 van 501)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°206.2  
Act
Datum: 1468-05-05

Transcriptie

2019-09-01 door myriam bols
It(em) henric beyart poirte(r) van loeven(en) woenen(de) tsinte remeysgheest/
die bijden meye(r) aldair gecaleng(eer)t was ende dair toe hadde de/
meye(r) aldair den voirs(creven) poirte(r) afgenome(n) en(de) gepandt eene(n) eeren(en)/
pot en(de) alsoe vercregen des(er) stad brieve aenden voirs(creven) meye(r) inhouden(de)/
dat hij den voirs(creven) henrick zijn pande wederom gave costeloes en(de)/
scadeloes en(de) hem liete ongemoeyt vander calaengien oft alhier/
quame jegen hem te rechte op in dijssendage lestleden Aldair de/
voirs(creven) meye(r) doen ter tijt noch oec op heden niet come(n) en is heeft/
hem te rechte gep(rese)nteert cor(am) o(mn)ib(us) de(m)to oud(erogghe) maii v[ta]
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2016-07-19 door Jos Jonckheer