It(em) gord ydeletten en(de) beatrijs hals zijn wijff voir hen ende/ lodewike vanden nuwenhove wettich sone der voirs(creven) beat(ri)ce(n)/ vanden yersten bedde die zij h(ier) inne gelooft hebben te v(er)vane/ ende g(er)truyt vanden munstere weduwe jans wilen hals ge/ heten mercx brueder der voirs(creven) beatr(ri)cen [cu(m) tutore] voir hue(r) en(de) g(er)trude(n)/ barbere(n) en(de) heylwige(n) hals huer wettige kijnde(re) onder huer/ mu(n)dige dage zijnde die zij hier inne geloofde te vervane in/ jeg(enwordicheit) hebben gekint en(de) gelijdt dat meester peter gans/ aen hem afgeleecht heeft alsulke(n) sack tarwen erfs pachts/ als zij behoude(n) hadden op een half boender lants paulo ge/ legen te meldert opden p(er)tskerchoff tussce(n) henr(icke) druys en(de) de(n)/ goeden des goidshuys van p(er)cke dwelc de voirs(creven) meest(er) pet(er)/ gecocht ende gecregen heeft jegen de voirs(creven) p(er)sone na/ inhoudt der brieve dair af sijnde gemaect en(de) gepasseert/ inden hoff aldair Bekinnende hem dair af volcomelijcke/ vernuecht ende wel betaelt sceldende van des voirs(creven) steet/ volcomelijc quite de(n) voirs(creven) meest(er) pete(re)n zijn goede voirs(creven) en(de)/ alle andere des quitan(cie) behoeven(de) P(ro)mitt(entes) null(atenus) alloq(ui) s(ed) war(andizare)/ Hebben he(m) voirt gelooft tsijnre manissen dair af alt(ijt) guedinge/ en(de) behoirlike vesticheyt te doene inde(n) voirs(creven) hoff d(air)y(n)ne de(n) gront/ af houden(de) is te(n) coste en(de) laste des voirs(creven) m(eester) p(eters) Et t(antu)m vos most/ octobris xx