SAL7363, Akte: R°240.1-R°241.1 (445 van 565)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°240.1-R°241.1  
Act
Datum: 1470-04-06

Transcriptie

2018-02-20 door Mi-Je Van Gils
Alsoe als vaste een wile tijts gelede(n) seke(re) questie(n) en(de) gescille(n) opv(er)stae(n)/
en(de) geport zijn tusschen m(eester) augustijne va(n) nethen(en) gehete(n) vande(n)/
royele ter eender zijde(n) en(de) janne va(n) winxele ter ande(re) ten/
ocsuyne van eender come(n)scap van seke(re)n erfpachte en(de) chijse/
die de her wouter wile(n) van nethe(nen) als hij leefde hadde op/
seke(re) goede en(de) pande te bevekem ende te dorne gelege(n) die/
de voirs(creven) jan van winxele tege(n) de(n) vors(creven) m(eester) augustijne als/
een vande(n) executeurs des testame(nt)s des bijde(n) vors(creven) wile(n)/
he(re)n woute(re)n gemaect ten bijsijne vande(n) erfgename(n) desselfs/
wile(n) he(re)n wout(er)s gecocht en(de) gecrege(n) hadde d(air)af tusschen/
de selve p(ar)tien m(eester) aug(ustijne) en(de) janne seke(re) vo(n)nisse(n) ende/
t(er)minacien ware(n) gelope(n) die geregistreert stae(n) Ende zij nu/
nade(n) selve(n) vo(n)nisse(n) en(de) t(er)minacie(n) weder in gescille en(de) twidrachte/
gevalle(n) zijn vande(n) pointe(n) hier nae v(er)cleert aencleven(de)/
der voirs(creven) come(n)scap en(de) hebbe(n)[gheven(de)] huer voirtstel en(de) meyni(n)ghe/
opde selve pointe(n) te beyde(n) zijde(n) voe(r) de(n) rade vander/
stat ov(er)gegeve(n) in gescrifte Soe eest dat die rijpelijc/
gevisenteert zijnde en(de) ov(er)sien de voirs(creven) vo(n)nisse(n) en(de) t(er)mi(n)acie(n)/
en(de) die in machte en(de) weerde(n) houde(n) bijder stat rade/
inden voirs(creven) pointe(n) en(de) tusschen de voirs(creven) p(ar)tien ov(er)drage(n)/
en(de) get(er)mineert is voe(r) reden(en) en(de) recht tghene des/
hier nae volcht Yerst meynde de voirs(creven) jan va(n) winxele/
dat hij bij bevele ende co(n)sente vande(n) erfgename(n) des voirs(creven)/
he(re)n wout(er)s te weten(e) d(er) joffr(ouwe) van hoochstrate(n) gegeve(n) hadde/
he(re)n jacope uuyte(n) lyemi(n)g(en) ridde(r) van sijne(n) rente(n) die hij/
voirtijts hadde achterstellich en(de) ombet(aelt) uuytstaen(de) aende/
goide vande(n) royele de so(m)me va(n) hondert en(de) vijf r(ijns) g(ulden)/
te xx st(uvers) tstuck en(de) dat hem die inder voirs(creven) come(n)scap/
corte(n) souden want d(air) toe diende(n) voe(r) he(m) seke(re) vo(n)nisse(n)/
en(de) t(er)minacie(n) D(air)af de voirs(creven) m(eester) aug(ustijn) meynde de contrarie/
ontkinden(de) dat dbevel d(er) vors(creven) joffr(ouwe) soude zij(n) geschiet
//
seyde oic datme(n) den voirs(creven) he(re)n jacope soe vele niet/
achterstellich en was om dat hij seke(re) prouffite(n) van/
sijne(n) onderpande(n) hadde getoge(n) die billijcke(n) gecort/
souden hebben geweest en(de) dat hij noyt consent d(air)toe/
en gaf d(air)om hij meynde soe v(er)re vele de(n) vors(creven)/
janne ind(er) vors(creven) come(n)scap niet te corten(e) want hij/
gheen consent van dier betaling(en) he(re)n jacoppe/
gedaen gegeve(n) en hadde en(de) hij wae(re) de v(er)coop(er)e/
Hier op wert get(er)mineert want dit point he(re)n/
jacope vors(creven) absent zijnde grotelijc [minste] aenghinghe/
dat dese sake berusten soude tot beloken(en) paessche(n)/
naistcomen(de) op hope dat d(air)enbynne(n) de selve h(er) jacop/
come(n) soude en(de) datt(er) dan [inne] soude w inne werde(n)/
gedaen des behoirde d(air)toe beyde de p(ar)tien consent/
droeghen It(em) als vande(n) tweentseve(n)tich rijd(er)s tstuck/
te xxvi st(uvers) die de vors(creven) jan inder voirs(creven) come(n)scap/
meynde te corten(e) als voe(r) zijn rente va(n) xii rijd(er)s tsjairs/
die hij heeft opde goide vand(en) royele van vi jare(n)/
v(er)lope(n) d(air)inne de vors(creven) m(eester) aug(ustijn) zwarich(eit) maecte/
mits reden(en) d(air) na af geruert wort H(ier)op wert get(er)mineert/
dat de vors(creven) lxxii rijders de(n) vors(creven) janne inder vors(creven)/
come(n)scap corte(n) selen op alsoe dat hij d(air)af sal geve(n)/
behoirlike quitan(cie) den vors(creven) m(eester) aug(ustijne) en(de) ande(re) quitan(cie) behoven(de)/
ende dat hij dan genoech doen sal en(de) restitucie van die(n)/
xiii mudden corens en(de) thien g(ri)pen tsjaers [eens] [eens] die hij kinde/
bynnen(n) de(n) voirs(creven) vi jae(re)n vand(en) voirs(creven) goide(n) vand(en) royele/
sijne(n) onderpande(n) gehave(n) te hebbe(n) It(em) als vanden twee/
crone(n) die de vors(creven) jan van winxele seyde d(er) wet va(n)/
beveke(m) en(de) doirne gegeve(n) te hebbe(n) om dat hij h(ier) ind(er)/
stat quame(n) omte v(er)stane tott(er) vors(creven) guedinge(n) vanden/
vors(creven) erfpachte en(de) chijse mids dat de wid(uwe) van/
hoochstrate(n) niet en woude trecke(n) buyte(n) de guedinge(n)/
doen die hij meynde dat he(m) aende come(n)scap corte(n)/
soude d(air)af de vors(creven) m(eester) aug(ustijn) hielt de contrar(ie)
//
Hier op wert get(er)mineert eve(n)verre de vors(creven) m(eester) aug(ustijn)/
conde bewijsen alsoe hij beleyt dat de voirs(creven) jan/
van winxele sake was dat de wethouders om de [totter] vors(creven)/
guedinge te verstane anderwerf come(n) moeste(n) dat/
hem in dien gevalle de vors(creven) twee crone(n) de(n) vors(creven)/
janne niet corte(n) en sele(n) maer and(er)s sele(n) zij hem/
gecort worden Item als vande(n) seve(n) rijd(er)s vijf st(uvers)/
die de vors(creven) jan van winxele heeft moete(n) ghelde(n)/
van pontghelde d(er) voirs(creven) zijnder xii rijd(er)s erflijck/
die hij heeft opde vors(creven) goide vande(n) royele mits/
dat de vors(creven) h(er) wout(er) zijn v(er)cop(er)e der selv(er) xii rijd(er)s/
die niet betaelt en hadde en(de) de gro(n)thee(re) d(air) voe(r) hadde/
doe(n) volge(n) op jans ond(er)pande die hij doe(n) in/
hande(n) hadde die hij meynde dat he(m) ind(er) vorscr(even)/
come(n)scap corte(n) soude(n) des de vors(creven) m(eester) aug(ustijn) niet doen/
en woude meynende dat bij rechte en(de) vo(n)nisse vonde(n)/
was dat de voirs(creven) jan die sculdich soude wese(n) [te dragen] H(ier)op wert/
get(er)mineert dat de stat begheerde dbescheyt voe(r) de(n)/
voirs(creven) m(eester) augustijne h(ier) inne dienen(de) te hoiren(e) en(de) d(air)entend(en)/
recht Voirt hadden sij questie van acht stuv(er)s die/
van voe(r)rade gegeve(n) ware(n) die p(rese)nteerde de voirs(creven) m(eester)/
aug(ustijn) te corten(e) Ten lesten alse van xxviii pet(er)s die/
de voirs(creven) jan gegeve(n) hadde eender vrouwe(n) va(n) doerne/
en(de) die h(er) wout(er) hue(r) sculdich was bleve(n) dair voe(r) zij om/
betalinge te hebben(e) opde gecochte h goide hadde gep(ro)cedert/
die de vors(creven) jan ind(er) vors(creven) come(n)scap meynde te corten(e)/
en(de) die de voirs(creven) m(eester) aug(ustijn) niet corte(n) en woude seggen(de)/
dat [jan] d(air) voe(r) [bezunder] hadde twee sacke corens erflijc buyte(n) d(er)/
come(n)scap bieden(de) dat te thoene(n) Hier op wert get(er)mineert/
datme(n) des vors(creven) m(eester) aug(ustijns) thoenisse aenhoire(n) sal [soude] en(de)/
d(air)enteinde(n) recht in (con)silio op(idi) ap(ri)l(is) vi[ta]
Nagekeken doorMi-Je Van Gils , Jos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2016-07-13 door Xavier Delacourt