It(em) desen voirs(creven) brief es bekint te dier meyni(n)gen want/ de voirs(creven) meester jan ende zijn wijf den voirscr(even) flor(ijs) ende/ zijne(n) wive overbewesen hadden onder meer ande(r) goede iiii(½)/ r(yns) gulden(en) erflijck die te stane plage(n) op zeke(r) goede ende/ onderpande wile(n) toebehoiren(de) woute(re)n van adelberghe becke(r)/ gelegen inde borchstrate ende inden wierinck gelijck scep(enen)/ brieve dairop gemaect vander daet xiiii[c] lxiii febr(uario) xv/ dat cleerlijck uuytwise(n) die nu afgequijt zijn bij henr(icke)/ moerkens gelijck dat blijct bijder quitan(cien) staen(de) febr(uario) xix/ lestleden die besitter es vanden huyse inden wierinck/ Van welken renten voirs(creven) de voirs(creven) flor(ijs) ende zijn wijf/ de p(ri)ncipale pe(n)ninge bekynne(n) gehave(n) te hebbe(n) metten/ v(er)loope Soe es vorweerde waert tsake dat de voirs(creven)/ jouffr(ouw) barbe(re) aflivich worde zonder wettige geboerte nae/ begrijp der hijlijker vorweerden d(aer)af tusschen den voirs(creven)/ flor(ise) ende jouffr(ouwe) barbe(re)n gemaect vand(en) daet [vacat]/[vacat] lestleden datmen dan metten voirs(creven)/ erfbr(ieve) van iiii(½) r(yns) g(ulden) sal wercken om alsdan de/ selve rente te gane en(de) betaelt te werden dair die/ schuldich soude zijn te gane en(de) betaelt te werden nae/ begrijp der selver huweliker vorweerde(n) ende anders/ niet cor(am) eisdem